The Birds

Illustratieve foto. Niet het aantal vogels van het verhaal.

Soms sta je compleet overdonderd, met open mond, naar de hemel te staren. Tegelijk bonkt het in je hoofd: waar is mijn fototoestel? Nu, meteen! FOTOTOESTEL. Natuurlijk ligt dat ding dan thuis. Samen met je mobiele telefoon, camcorder en andere apparatuur waarmee je tegenwoordig plaatjes kan schieten.

 Vanmiddag, zaterdag 21 januari, had ik weer zo’n moment. De avond was net gevallen. Het duister werd versterkt door onheilspellende onweerswolken. Ik kwam uit de supermarkt waar ik een paar ‘vergeten’ boodschappen had gekocht. Een spottende lach, kraaiend van plezier en zo te horen uit vele kelen, trok mijn blik omhoog. Vanaf de spoorzijde, het traject van Eindhoven naar Helmond, vloog een enorme kolonie roeken – of ander kraaiachtigen – over het parkeerterrein. Niet in een zwerm, maar in een colonne van een paar meter breed en honderden meters lang. Even voorbij het hek draaide de hele troep een cirkel omhoog, om vervolgens verder zuidwaarts te vliegen. Daarbij bleef de lintvorm intact, schijnbaar stilhangend als een slinger boven de feesttafel van een jarig kind. Minutenlang hield deze luidruchtige zwarte band  stand. Het moeten vele honderden vogels geweest zijn.

 Ik dacht onmiddellijk aan de beroemde film van Alfred Hitchcock. Zouden deze vogels zich groeperen om op een later tijdstip dood en verderf te zaaien onder de menselijke bevolking? Maakten ze zich nu al vrolijk over de onverwachte “coup d’oiseaux” die ze gingen plegen? Eindelijk, verheugde ik me, hier kwam de horrorwinter waar ik al zo lang op zat te wachten. Ik had toevallig enkele dagen eerder nog iets over het waarheidsgehalte in The Birds gelezen. Het vreemde gedrag van de vogels zou het gevolg zijn van een schaaldiervergiftiging, die de hersenen van dieren zodanig aantast dat ze alle gevoel voor machtsverhoudingen verliezen. Muizen vallen plotseling katten aan, kikkers roven ooievaarsnesten leeg, sprinkhanen gaan op bezoek bij hun buren: de familie schorpioen en vogels vallen mensen aan.

 Ik keek om me heen of er al sprake was van een lichte paniek onder het winkelende publiek. Niet dus. Er viel nog geen half V’tje spanning van de gezichten te lezen. Iedereen haastte zich, met als enige zorg: zo droog mogelijk blijven, naar zijn of haar auto. Er keek zelfs niemand naar boven! Kraaien, zijn hier kraaien? Waar dan? Ik zie ze niet! Tja, als je niet in horrorverhalen gelooft en zelfs weigert je blik af en toe eens omhoog te richten, dan gebeurt er ook niets. Zal er ook nooit iets gebeuren. Zullen sprookjes en verhalen over terreur en verdediging, wanhoop en heldenmoed, goed en kwaad, nooit waarheid worden. Als zelfs de grote Hitchcock met zijn vogels blijft zitten, waar moet het dan heen met Eindhoven? Culturele hoofdstad zonder fantasie? Slimste regio ter wereld? Laat me niet kraaien.