15 gevaarlijke minuten

15min01_550x

 

Als machinist van de Nederlandse Spoorwegen moet je vijf minuten voor vertrektijd bij je trein aanwezig zijn. Een uiterst redelijke verplichting. Je moet immers controleren of de remmen werken, de veiligheidsmiddelen aanwezig zijn en je doet een portofoontest met je hoofdconducteur. Dat laatste alleen op niet al te grote standplaatsen en alleen als het niet te druk is. Voor alle machinisten en conducteurs is namelijk slechts één kanaal beschikbaar en je kunt je voorstellen wat er gebeurt als al het treinpersoneel in bijvoorbeeld Utrecht tegelijk probeert te communiceren. Het gevolg haalt jaarlijks meerdere malen de krant.

15min02

Nu is grond echter prijzig, zeker de grond rondom NS-stations. Daarom bevinden zich parkeerterreinen, fietsenstallingen en verblijven voor het personeel steeds vaker op grotere afstand van het station. Toch is de voortijd – de tijd die nodig is voor alle voorbereidende handelingen inclusief het lopen naar en vijf minuten tevoren aanwezig zijn bij de trein – voor machinisten teruggebracht naar vijftien en conducteurs naar slechts tien minuten.

15min03

Omdat van mij geëist is dat ik me in mijn vrije tijd niet langer met spoorzaken bemoei – een assistent MSO (Manager Service and Operations) zei letterlijk tegen mij, na precies vijf jaar loyale inzet als columnist voor het bedrijfsblad Koppeling: ‘Jij kijkt niet door een NS-bril, wij wel,’ waarop drie aanwezigen hun bril een stukje van hun voorhoofd tilden; hijzelf en twee niet brildragende medespelers – start mijn werktijd op het eerste het beste stukje NS-terrein waar ik me in dienst kan melden. Dan heb ik dus precies tien minuten om vijf minuten voor vertrektijd bij mijn trein te zijn, en alle voorbereidende handelingen – zoals het ophalen van een dienstkaartje – gedaan te hebben.

15min04

Op mijn verjaardag kwam ik daarbij achter een goederentrein te staan. Eroverheen klimmen is ten strengste verboden. Er omheen lopen eigenlijk ook, maar als principieel alles verboden is, moet je toch wat.

In deze serie foto’s loop ik de route in tegengestelde richting. Wat timing betreft maakt dat natuurlijk niets uit. Streeftijd is dus tien minuten. Bij vijftien vertrekt de trein definitief.

De tijd start in het personeelsverblijf. Na drie minuten steek ik de hoofdsporen over naar de fietsenstalling. Maar ik boots de situatie na als op spoor 7 in Eindhoven een goederentrein staat en ik dus om moet lopen.

15min05

Zoals je ziet loop ik hier langs de hoofdsporen, kort naast een trein die daar nog 80 km/uur rijdt. Ik loop weliswaar over een looppad, maar of hier lopen nog is toegestaan is onduidelijk.

15min06

Na een kleine zes minuten ben ik bij het einde van de goederentrein. Deze situatie is helder: oversteken is hier NIET toegestaan. Er ligt namelijk een wissel verderop en bovendien ontbreken looppaden. In vrijwel alle standplaatsen is lopen hier verboden. De Inspectie Leefomgeving en Transport ziet hierop toe. Ook machinisten van NedTrain lopen het risico op hoge boetes als ze zich hier langs de baan bevinden. Het management van NS Reizigers in Eindhoven is echter niet op de hoogte van deze regels en eist van zijn machinisten dus gewoon dat ze doorlopen, zeg maar rennen.

15min07

Aan de buitenzijde van het opstelterrein, pal langs de hoofdrijbanen.

15min08

Loop je tegen een hekje van ProRail, bedoeld om mensen van het spoor weg te houden. De ruimte wordt nu erg smal. Volgens de meesten gevaarlijk smal, behalve voor het management te Eindhoven.

15min09_550x

In de verte nadert over spoor 7 een goederentrein.

15min10

Ik blijf hier toch maar even stil staan. Voor mijn eigen veiligheid, maar ik wil ook de machinist van de goederentrein geen hartverzakking bezorgen. Dat is in het donker nog erger en bovendien is dan het station afgesloten en is er geen enkele alternatieve route!

15min11

De goederentrein staat nu zo goed als stil, maar de tijd is bijna om.

15min12

Dit obstakel, een bovenleidingportaal, valt nog redelijk te nemen.

15min13

De goederentrein is gelukkig doorgereden, want hier zou het moeilijker geworden zijn. Je wordt hier het zogenaamde Profiel van Vrije Ruimte binnen gedrongen. Overal ten strengste verboden, behalve…

15min14

Een kleine parkeerplaats, alleen voor een enkele gelukkige die heel vroeg begint.

15min15

Voor de meeste werknemers volgt er een trapje naar beneden…

15min16

… een donker tunneltje in waar niet iedereen in het holst van de nacht doorheen durft. Een echt alternatief is er echter niet. Je kunt langs het station lopen, dat is vooral interessant als je nog drugs wil kopen. Zo af en toe wordt er echter ook iemand doodgeschopt. Dan is Eindhoven weer even in het nieuws.

15min17

Het poortje van het grote parkeerterrein.

15min18_1_550x

Toch nog een mooie tijd. Helaas is de trein nu al vertrokken. En hé? Mijn zwarte Citroën…..?!! Waar is mijn auto?

The Elephant Man

Olifant

Filosofie voor machinisten – gevorderden

.

Reizigers vragen weleens aan mij: ‘Meester, waar zijn machinisten tijdens de rit eigenlijk zoal mee bezig. Alleen maar wat naar buiten staren is op den duur toch dodelijk saai?’

Staren, beste mensen, daar heeft een machinist geen tijd voor. Eén oogt speurt langs het spoor op zoek naar roestige rafels, botten en breuken. Het andere oog vergaapt zich aan de bovenleiding. Zit er geen steekje los, worden de portalen niet overbelast door het gewicht van de kabel en jagen we er wel genoeg spanning doorheen. Eén oor staat in verbinding met de treindienstleiding, het andere zit vastgekoekt aan de portofoon om in geval van nood direct de conducteur of conductrice naar de plaats des onheils te kunnen leiden.

Met de linkervoet schopt hij geesten en intermitterende – jawel, dat is er helemaal nooit uit geweest – spookverschijningen terug naar het Rijk der Dode Mannen, zijn rechtervoet is vrij om wat door de cabine te struinen, als die maar op tijd terug is als er een beroep wordt gedaan op zijn tyfoonkracht provocerend vermogen (TPV.) Zijn rechterhand zit gedurende de rit stevig om de remkraan geklemd, terwijl de linker soepeltjes de juiste hoeveelheid energie uit de bovenleiding zuigt. (Al is men het sinds de komst van de SLT binnen NS niet helemaal eens over de eigendomsrechten van de linkerhand.)

Inderdaad, deze taken worden na een tijdje routine. Dat wil niet zeggen dat het dodelijk saai wordt. Integendeel! Pas hier begint voor de machinist het echte werk, het echte leven.

Wie draait me terug?

Wie draait me terug?

Wie kan immers beter antwoord geven op de grote, existentiële vragen des levens dan de machinist, die door niets of niemand te beïnvloeden zijn oordeel over de wereld velt vanuit zijn hermetisch gesloten cabine?

Niemand! Eigenlijk zou op dit moment, begin januari 2013, de wereld er ook een stukje mooier uit moeten zien. Aan de machinist ligt het niet. De antwoorden op alle belangrijke vragen liggen keurig op implementatie te wachten. Alleen de communicatie laat het wat afweten. Zelfs duplex-verbindingen moeten tegenwoordig als mono-complex behandeld worden. En tussen alle oversenuiten-en-wiltuzichaandegespreksdisciplinehouden-sluiten hoef je geen zinnig woord meer te verwachten.

Heb je ooit een machinist over de oorzaak en het voorkomen van het treinongeluk in Amsterdam horen praten in het acht uur journaal?
Het antwoord ligt in zijn cabine.

Heb je ooit een machinist horen waarschuwen tegen de gevaren van het gebruik van almaar goedkopere infra?
Antwoord in zijn cabine.

Pieter van Vollenhoven zegt steeds: ‘De klap komt!’
Heb je ooit een machinist die uitspraak horen bevestigen of ontkrachten? Cabine.

Heb je ooit een machinist in het openbaar een vraag horen beantwoorden?

Kraats

De machinist kijkt er niet meer van op. Hij heeft geen punctuali-tijd om lang achterom te kijken. Waar hij ook gaat zitten, het is altijd de voorkant van de trein, op de toekomst gericht. Dat er niet naar hem geluisterd wordt, deert hem niet. Hij geeft zijn antwoorden zelfs als niemand de vragen nog durft te stellen.

Geen gemakkelijke taak, want dat het geen gemakkelijke vragen zijn, zie je aan bovenstaande foto. Geef hier maar eens antwoord op:

Circus. Olifanten en zebra’s, ja of nee?

 

(Grasshopper) GRAAZ

Green Wheels

December in Nederland. Een echte herfst hebben we, net als vorig jaar, niet gehad. Maar begin december begint de temperatuur plotseling te dalen. Jongens, roep de rayonhoofden bij elkaar.

Vrijdagmorgen moest ik een lege trein naar Venlo rijden, die daar de intercity naar Den Haag Centraal zou worden. Het vertrek verliep niet echt soepel, omdat de trein nog schoongemaakt moest worden. Terwijl op spoor 1 stond te wachten totdat er iets op spoor 15 stond, begon het heel zachtjes te sneeuwen. Ik keek om me heen en verwachtte elk ogenblik een stem uit de omroepinstallatie die de algemene noodtoestand in Nederland zou afkondigen.

Maar niets, geen codeblauw (walvis op het strand,) geen code geel (uitverkoop bij Xenos,) zelfs geen code oranje (het waait, het regent, het sneeuw maar we weten niet of het echt uit de hand gaat lopen dus pakken we iets ertussenin.)

Zo kon het gebeuren dat ik op 7 december 2012, dwars door de striemende sneeuw die seinen volledig dreigde te bedekken onder een geelwitte deken – geel wordt tegenwoordig standaard meegeleverd, jammer want ik vind dat witgrijze veel mooier – van Eindhoven naar Venlo reed en van Venlo naar Rotterdam zonder dat er iemand op het idee kwam het treinverkeer stil te leggen vanwege de sneeuw.

De beelden spreken voor zich. Het ging vrijdag pas fout toen in den Bosch treinstellen per se gesplitst moesten worden en andere gecombineerd. Dat moet je2 in de sneeuw als de koppelingen vol sneeuw zitten nu juist niet doen. Ach, het was mijn trein nar huis. Mij maakte het dus niet zoveel meer uit.

Zaterdag bleef de sneeuw nog liggen, maar de deken was ondertussen voorzien van een glimmend laagje ijs. Een laagje dat het felle zonlicht zo sterk weerkaatste, dat het pijn deed aan je ogen. Dat gold zowel in de trein als erbuiten.

Het is bekend dat op het moment dat je hersenen vlam lijken te vatten, je beelden kunt zien, ruiken, horen om die zodanig te combineren dat het lijkt alsof er ware spookmanifestaties voor je ogen plaats vinden.

Van sneeuw kom je dan vrij gemakkelijk in snow. White snow, snow for the pope. Stimulatie, stimulatie, drugs! Speed, XTC, cocaïne, hasj, Grasshopper, Graaz. Graaz!

DB zet NS klemGrasshopper Graaz. Graaz, wat betekent dat ook alweer? Had het niet iets te maken met die Nobelprijswinnaar uit Zuid-Afrika? Wat wilde hij, wat deed hij? Jarenlang had hij gevochten voor de rechten van zwarten in zijn land. Nu was hij vrij en had hij het zelfs geschopt tot President van zijn land. En wat riep hij tegen het volk: samen!

Dus niet: alle blanken hebben een uur om te vertrekken, nee, we moeten het samen doen. De wereld achterstevoren ondersteboven. Graaz. Grasshopper Graaz. Laat het een begrip worden in de wereld, waar de vrijheid van het individu steeds vaker beperkt wordt ter meerdere eer en glorie van directies en voor heel veel geld aangetrokken topmannen/vrouwen/manvrouwen.

 24 uur sneeuw

Grasshopper Graaz. Let the sunshine in. Maar zondag spoelde de regen de laatste sneeuw al weg…

Philipsspook

.

Wie is er gebaat bij zijn falen?

Jeffrey pauw en witteman

Pest

Wie ook maar een paar minuten op internet zoekt naar Jeffrey Arenz, krijgt een heel aardige indruk van hem en zijn stichting. Het is geen grote organisatie, het is vooral Jeffrey zelf. Is dat zo onlogisch? Natuurlijk niet. Als je jezelf gedurende langere tijd moet onderwerpen aan een macht die eigenlijk helemaal geen gezag over je mag hebben en de autoriteit grijpt niet in, dan verlies je het vertrouwen in iedereen boven je. Dan is er niemand meer boven je, dan word je zelf de autoriteit op dat speciale gebied. Ik weet waar ik het over heb, ik heb zelf dit jaar de nodige klappen mogen incasseren. Geen fysieke klappen, maar als ik ze zou moeten omschrijven zou dat iets worden als:

Somewhere over the...

Somewhere over the…

“Twee van zijn ondergeschikten hadden me op de grond gewerkt en hielden me daar met hun knieën pijnlijk op mijn dijbenen. Volkomen onnodig deed hij een stap naar voren, wachtte even en trapte toen met zijn puntige schoenen net onder mijn borstbeen in mijn maag. Natrappen, vernederen, kleineren. Zo worden organisaties vandaag de dag geleid. Ze gebruiken woorden allemaal op dezelfde manier: om pijn te doen. Erger dan fysieke pijn.”

Heeft de hij-figuur mij nu werkelijk in mijn maag getrapt of niet? En als hij daar alleen stond maar niet ingreep? Was dat niet óók pesten?

Wat je ook van Jeffrey vindt, hij heeft het onderwerp ‘pesten’ in het nieuws gebracht en niets te laat. Eerder wilden we niet naar hem luisteren en nu doet hij ineens van alles verkeerd en weten wij het weer allemaal beter. Heeft hij hulp nodig? Ja, natuurlijk. Maar niet van iemand die hem voortdurend op zijn fouten wijst, maar van iemand die hem een deel van het werk uit handen neemt. Iemand die meegaat in zijn droom en nog gelooft dat pesten werkelijk te stoppen is.

Geen Psychiater

Jeffrey kan ervaringen delen en afgemeten aan zijn tomeloze energie acht ik hem ook in staat anderen in die stroming mee te voeren. Maar Jeffrey is geen psychiater, hij kan niet in staat worden geacht diagnoses te stellen in complexe mentale gevallen. Hem iemands dood in de schoenen proberen te schuiven vind ik dan ook volstrekt onacceptabel. Het enige dat je Jeffrey zou kunnen verwijten is dat hij Jordy – ik ken de achtergrond niet – niet naar een arts heeft verwezen. Maar had dat zin gehad?

Wat moet je doen als iemand echt een doodswens heeft.
Psychiater Bram Bakker: ‘Het spijt me, dat kan ik niet. Een dokter wordt opgeleid om mensen in leven te houden. Ik vind het niet logisch dat je voor euthanasie bij hetzelfde loket moet zijn.’
Soortgelijke woorden gebruikten vrijwel alle psychiaters in de serie “Kijken in de ziel.” Ik heb er in april 2010 nog een blog over geschreven. Als dit de enige acties zijn van gerenommeerde psychiaters tegen zelfdoding, geen enkele dus, en overheden en bedrijven hun kop in het zand steken, dan is het wel heel erg buiten verhouding om naar Jeffrey te wijzen als dader.

Tabeeboe

Wat mij betreft verdwijnt het taboe op onderwerpen als pesten en zelfdoding liever vandaag dan morgen. Ikzelf probeer het heel geleidelijk bespreekbaar te maken, maar moet daarbij nog over vele hindernissen. Dat er nu nog steeds over de laatste twee dood gepeste jongeren geschreven wordt en dat pesten misschien aangepakt wordt, is voor een groot deel te danken aan Jeffreys inzet. Hem daarbij voortdurend door het slijk halen is goedkoop, sensatiebelust en stemmingmakerij. Wat als het hem lukt de aandacht vast te houden, dan kan het best zo zijn dat hij deze week al drie mensen redt die met een sprankje hoop op een betere toekomst besluiten hun leven een tweede kans geven.

Als machinist heb ik veel meer vertrouwen in Jeffrey dan in de als-je-er-niet-over-praat-gebeurt-het-niet-theorie. Want in dat laatste geval zal het aantal zelfdodingen alleen maar toenemen, zeker nu geestelijke gezondheidszorg een exclusief recht van de rijken wordt gemaakt. Natuurlijk maakt Jeffrey fouten, hij heeft immers niemand als voorbeeld. Maar hij probéért het tenminste. De deprimerende borden die ProRail op de perrons heeft geplaatst met een 0900-nummer dat niet iedereen kan bellen en waarvoor betaald moet worden, lijken niet veel nut te hebben.

Ik hoop van harte dat in 2013 het aantal zelfdodingen op het spoor af zal nemen. Dan is er slechts één die die overwinning kan claimen. Moeten we hem niet nu zijn nek omdraaien. Ik geloof echt dat hij het kan. En ik gun het hem.

malcolm X

Gebroken belofte

13

13

. . .

 

Kunduz-politici: garantie dat er vrede komt.

.
Kunduz-politici: garantie dat er vrede is.

Kunduz-politici: garantie dat vrede er is.

Kunduz-politici: garantie dat vrede ver is.

Kunduz-politici: garantie dat vreten ver is.

Kunduz-politici: garantie dat eten ver is

Voedselbank: garantie dat eten ver is.

.

Opstapje blijkt nodig

Opstapje blijkt nodig

Voedselbank: garantie dat eten er is.

Voedselbank: garantie dat er eten is.

Voedselbank: zekerheid dat er eten is.

Voedselbank: zekerheid dat er gegeten is.

Voedselbank: zekerheid dat er gegeten wordt.

Bankenfeestje: zekerheid dat er gegeten wordt.

.

Bank en feestje

Bank en feestje

Bankenfeestje: zekerheid dat er gevreten wordt.

Bankenfeestje: zekerheid dat er gevreten is.

Bankenfeestje: zekerheid dat er discretie is.

Bankenfeestje: gegarandeerd dat er discretie is.

Bankenfeestje: dat discretie er gegarandeerd is.

Torenkamertje: dat discretie er gegarandeerd is.

.

Torenkamertje: dat belofte er gegarandeerd is.

Torenkamertje

Torenkamertje

Torenkamertje: de belofte er gegarandeerd is.

Torenkamertje: de belofte er gedaan is.

Torenkamertje: de belofte er gedaan wordt.

Torenkamertje: de belofte er gebroken wordt.

Zorg: de belofte er gebroken wordt.

.

Zorg: dat belofte er gebroken wordt.

Schip voor zorg

Schip voor zorg

Zorg: dat gebroken er belofte wordt.

Zorg: dat vrede er belofte wordt.

Zorg: dat vrede om belofte wordt.

Zorg: dat strijd om belofte wordt.

Wapenhandel: dat strijd om belofte wordt.

.

Schild

Schild

Wapenhandel: dat strijd om belofte komt.

Wapenhandel: dat strijd om vrede komt.

Wapenhandel: dat garantie om vrede komt.

Wapenhandel: garantie dat om vrede komt.

Wapenhandel: garantie dat er vrede komt.

.

Kunduz-politici: Garantie dat er vrede komt.

.

.

Eindhoven voorbij

Eindhoven voorbij

Kundus

Kunduz

.

Spookrook en laag over de grond scherende lidwoorden

Spookrook en laag over de grond scherende lidwoorden

Felicitatiecolumn in de eerste Koppeling van 2013, door de redactie vergeten mij te vragen die te schrijven.

Bevroren Koppeling

Zeer geachte heer Meerstadt, Bert voor intimi,

Geachte heer Meerstadt, het is alweer vier jaar geleden dat ik als schrijvend machinist gevraagd werd een welkomstwoord tot u te richten in de Koppeling. Maar goed dat ik toen direct twee columns heb aangeleverd, want nu mag het niet meer. Ik hoor zelfs niet meer bij de scherpschutters van de oNS! Ik mag alleen nog woorden richten als twee of drie naamloze begeleiders de loop naar beneden gedrukt houden en ik geen woorden gebruik die op het taboe-lijstje van de censuur zijn geplaatst.

Nou, met laag over de grond scherende lidwoorden raak je geen enkel target en verliest een column – die toch vooral emotie wil oproepen of een reactie uitlokken – zijn doel. Ik heb echter goede hoop dat een en ander weer ten goede keert als we – zoals beloofd – gaan Leren van Fouten.

Toch vind ik het jammer dat al die oude Koppelingen op de digitale hogesnelheidslijn verloren zijn gegaan. Tja, wisselstroom in plaats van gelijkspanning, maar misschien bevindt zich onder uw bureau of achter een oud schilderij in uw werkkamer nog wel een geheime ruimte met daarin een doos met blauw-vergeeld papier.

Spookrook in Eindhoven

De eerste column die ik voor u schreef – Vroeger… geplaatst in Koppeling 1869, het laatste nummer van 2008 – is nostalgisch ouderwets; knisperen bij de gashaard met de Streets of Londen op de pick-up. (Knisperend geluid is eventueel ook op cd verkrijgbaar als een brandhaard u te veel aan spookrook in de Schipholtunnel doet denken.)

De tweede column – De Leidtoon uit Koppeling 1870, het eerste nummer van 2009 – is nog verassend actueel. De veranderende visie op het nut van bepaalde muzieknoten in een toonladder, gewaagd politiek ter discussie gesteld door Arnold Schönberg als vertegenwoordiger van de dodecafonie, choquerende beslissingen aan de top die tot briljante oplossingen kunnen leiden en diversiteit als noodzaak om het leiderschap op een positieve manier spannend te houden, zijn de onderwerpen die ik tot mijn eigen verbazing in zo’n V250 woorden heb weten te vangen.

Met de kennis van nu – en een vooruitziende blik – kun je gerust stellen dat deze column reeds in december 2008 voor de feestelijke première – helaas in afwezigheid van de schrijver van het stuk – in januari 2013 is gecomponeerd.

Beste meneer Meerstadt, bij dezen alvast van harte gefeliciteerd met nogmaals vier jaren als President-directeur van de Nederlandse Spoorwegen en mijn aanbod in de laatste regel van De Leidtoon staat nog steeds, geen censurist die zo dicht bij dat vuur durft te komen.

Spoor 18a in Eindhiven

Met vriendelijke groet,

Geert König

Masjinist

PS. Hoe managet u het toch om elke minuut van de dag een machinist zo dicht op uw huid te voelen dat u hem in- en uitademt en tegelijk zo veel afstand tot het vak te bewaren?

Mocht het oud papier toevallig toch per ongeluk gewist zijn, dan kunnen vuur en machinist u wel aan een geheime link helpen. Dat laatste blijft – hoop ik van machinist tot machinist – natuurlijk wel tussen ons.

Tuin in Eindhoven

Zelfportret

 

Rotter damned

Zelf ontsnapte ik gelukkig nog op tijd aan pistoolkogels in Rotterdam, maar niet iedereen heeft dat geluk. Geregeld wordt personeel van de diverse Openbaar Vervoermaatschappijen het slachtoffer van geweld. Rond Rotterdam Centraal begint dat steeds meer op georganisseerd geweld te lijken. Maar ook in het Brabantse Geldrop kan het uit de hand lopen. Een conducteur werd daar zodanig door een zwartrijder mishandeld, dat de Directievoorzitter NS Reizigers er een open brief aan wijdde, waarin ze de reizigers oproept het personeel een helpende hand te bieden in gevallen van nood.

Een beetje jammer dat dezelfde directie tegelijk bezuinigt op servicepersoneel. De stations worden straks immers allemaal – o nee, dat station zijn we reeds gepasseerd – gedeeltelijk, of toch voor een klein deel, afgesloten met poortjes die zwartijders weerstaan en daarmee het overgrote deel van het geweld een halt toe zullen roepen. Haar open brief wijst erop dat het scenario toch iets gewijzigd is.

Een vakbondsbestuurder kaatste de bal keurig terug naar Ingrid Thijssen. Natuurlijk was hij het met haar eens dat er iets gedaan moest worden aan het geweld tegen het OV-personeel, tegelijk wees hij nog even op de vechtpartij in Rotterdam en de actie die de VVMC daartegen gevoerd heeft, een zaak die allang weer door de doofpot gedraaid is. Uiteindelijk zijn we het zo allemaal weer met elkaar eens.

Ondertussen haalt het ene na het andere geweldsincident tegen met name controleurs en conducteurs weer even het nieuws. Even, heel even maar. Tot het volgende incident de ruimte in de krant bezet.

Rotter damned.

Controleur voor metro geduwd

VVMC protesteert tegen geweld in Rotterdam

 

.

It’s a mystery to me…

The game commences. Donderdagmorgen. Het einde van mijn dienst nadert als Bijsturing belt met een prettige mededeling. Er is vandaag geen materieel voor het treintje naar de werkplaats, dus ik kan op mijn gemak van Nijmegen naar Eindhoven passagieren, zoals dat in machinistentermen heet. Ik kan de intercity naar Den Bosch nemen en daar overstappen, maar ik kies in Nijmegen al direct de sprinter naar Deurne.

For the usual fee. Even voorbij Dukenburg wordt de deur van de cabine open gegooid. De conductrice staart een moment dromerig naar de grond en schrikt op als ze mij ziet.

  ‘Hé, wat doe jij nou hier?’
‘Ik lift een stukje mee.
‘Nou, dat heb ik nog nooit meegemaakt.’
‘Een passagierende machinist niet?
‘Je hebt je ook helemaal niet gemeld of zo…’
‘Ik was hier drie minuten voor vertrektijd. Toen ik niemand zag ben ik maar ingestapt.’
‘En waar ga je naartoe?’
‘Naar Eindhoven.’
‘Begint je dienst daar?’
‘Nee, die eindigt daar.’
‘Maar wat is dan jouw dienstnummer?
‘Pff, twaalf of zeven… Zeven. Kijk, hier ben ik nu officieel, Maar deze leegmaterieel-trein is opgeheven, daarom zit ik nu hier.’ Ik wijs op het schermpje van mijn railpocket.

Plus expenses .Ze begrijpt er niets meer van en vraagt ook nog naar mijn vervoers- en legitimatiebewijs. Waar komt die achterdocht vandaan? vraag ik me af. We hebben toch allebei hetzelfde uniform aan.  Er zijn misschien wel meer blauwe colberts, maar niet van deze speciale spoorkwaliteit. We rijden ondertussen langs het perron van spoor 2 Eindhoven binnen. Een beetje verscholen achter de trap, zit een jonge vrouw gehurkt. Die heb ik de laatste paar dagen vaker gezien.

Confidential information. Ze loopt snel-scannend tussen de reizigers door op zoek naar iemand met een intelligente blik. Dan begint ze vragen te stellen over de OV-Chipkaart, verwart die met OV-bus-chip, heeft dan weer wel, dan weer niet vrij busvervoer en natuurlijk staat haar moeder van negentig bij de lift op haar te wachten.

It’s in a diary. Diverse conducteurs hebben me al verteld dat dit geen gewone klant is, deze weet veel te veel van de chipkaart. Veel meer dan een normale reiziger.

Scarred for life, no compensation. Gatver. Gatverdamme. Terwijl het spoor letterlijk onder je uit elkaar valt, er elke dag sein- en wisselstoringen zijn, het aantal aanrijdingen en zelfdodingen toeneemt, mensen ’s morgens als vee tegen elkaar staan opgepropt, de kaartjes duurder worden, het reizigersvervoer moet bezuinigen en de forens steeds kwader wordt op het personeel, verschijnen er ook nog eens Mystery Guests op het toneel. Louche types die zichzelf heel professioneel vinden en werknemers achtervolgen om anonieme kantoorbazen data in handente  kunnen geven om het eigen personeel zwart te maken.

Private investigations. Terwijl machinisten, conducteurs, baanwerkers, storingsmonteurs, servicemedewerkers en andere vakmensen proberen samen iets op te bouwen, zijn zij gespecialiseerd in afbreken. Want als men ergens bang voor is, is dat onderlinge samenwerking tussen professionals, vakmensen. Dan zou de trein in de winter namelijk weleens kunnen rijden…

De waarheid, ligt…

…voor de trein!

Tilburg. Te korte stoptrein, uitgevallen intercity…

Begin september. Meteorologisch is de herfst begonnen, maar ’s morgens om zes uur is het ‘s zomers klam op spoor 5. Ik kijk vluchtig om me heen. Er klopt iets niet. Een afgesloten VIRM aan de achterzijde, een gapende diepte waar mijn cabine zich – hoog boven de rails –  had moeten bevinden, aan de voorzijde van het perron. Ik sla tegen het metaal van de trein. Voor me lichten een paar cijfers op. Gelukkig, een zucht van verlichting. Ik draai me nog een keer om.

*

Begin september. Meteorologisch is de herfst begonnen, maar ’s morgens om zes uur is het ‘s zomers klam op spoor 5. Ik kijk vluchtig om me heen. Er klopt iets niet. Een afgesloten VIRM aan de achterzijde, een gapende diepte waar mijn cabine zich – hoog boven de rails –  had moeten bevinden, aan de voorzijde van het perron.

Een man met sportschoolpostuur, gekleed in spijkerbroek en rood shirt, komt dreigend op mij af.
‘Waarom denk jij dat ik hier ’s morgens om zes uur op het perron sta?’ Fluistert hij zo hard en zo laag mogelijk.
U staat op de bus te wachten, slik ik in. In plaats daarvan zoek ik mijn railpocket en zeg dapper: ‘Ik zoek voor u op wat er aan de hand is.’

            Ik kan een speld horen vallen.

  ‘Uitgelopen werkzaamheden. Kan nog een uurtje duren.’

De man in het rode shirt neemt er geen genoegen mee. Hij steekt zijn armen uit als hij op me af komt. Ik val over de rand van het perron en stoot mijn hoofd tegen een boekenplankje. Toch mooi meegenomen; nog vijf minuutjes slapen.

*

Begin september. Meteorologisch is de herfst begonnen, maar ’s morgens om zes uur is het ‘s zomers klam op spoor 5. Ik kijk vluchtig om me heen. Er klopt iets niet. Een afgesloten VIRM aan de achterzijde, een gapende diepte waar mijn cabine zich – hoog boven de rails –  had moeten bevinden, aan de voorzijde van het perron.

Een man met sportschoolpostuur, gekleed in spijkerbroek en rood shirt, komt dreigend op mij af.
‘Waarom denk jij dat ik hier ’s morgens om zes uur op het perron sta?’ Fluistert hij zo hard en zo laag mogelijk.

Met een sterk gevoel van déjà vu houd ik forenzen en perronrand aan één en dezelfde kant. Als ik uitgelopen werkzaamheden als oorzaak voor de vertraging wil noemen, springt mijn engelbewaarder uit de aandachtig meeluisterende menigte tevoorschijn. Het verhaal dat E.B. vertelt over het niet functioneren van de brandmelder bij Best en de pogingen het ding te resetten, klinkt heel wat geloofwaardiger dan uitgelopen werkzaamheden op een plaats waar geen werkzaamheden waren. In ieder geval niet vóór de storing. Waarom moet ik vaste reizigers, goed bekend op het traject, dan maar wat wijs proberen te maken? Enkel vanwege het woordje werkzaamheden, zodat ze dit mogelijk als geplande werkzaamheden zien en er niet aan denken geld terug te vragen?

De man in het rode shirt kijkt mij nog steeds kwaad aan. Voor vandaag ben je gered jongen, maar pas op als je morgen weer met leugens voor me staat…

Noot van de schrijver. Helaas een waargebeurd verhaal, op de dromen na. Het treinpersoneel wordt nauwelijks nog van enige informatie voorzien en als er al iets doorkomt is niet duidelijk of het de waarheid is of een aangepaste versie daarvan in verband met het positieve Imago dat NS nastreeft. Reizigers zijn echter veelal in bezit van een smartphone of tablet met internetverbinding en hebben de ware oorzaak dan zo gevonden. Wie wordt er dan afgerekend op het opzettelijk geven van verkeerde informatie? Hint: Het zit achter een bureau en heeft nog nooit een boze reiziger recht in de ogen gekeken…

Waarom klant en personeel op de wijze tegen elkaar opgezet worden is me een raadsel. Ik mag er ook niet naar vragen. Dit valt beslist onder hogere managementkunde en ver buiten het steeds verder krimpende informatiekader van machinist of conducteur.

My own private Idaho

Even stemmen op het station. Even en station, die woorden passen niet in één zin. Wie plaatst het stembureau dan ook bij de loketten? De rij slingert zich van de ID-controlerende bladerman naar het 18 Septemberplein, maakt vlak voor de uitgang een scherpe bocht en slaat tien meter verder linksaf de hal in, richting spoor 5 en 6. Komt goed uit, want ik ga naar Amsterdam en die trein komt toch op spoor 5. Eerst stemmen. Ik sluit achteraan in de rij en kan schuin omhoog mijn trein zien vertrekken. Geeft niet, ik heb bijna een uur speling.

Toch wordt het rennen. Ik wurm me tussen VVD en PvdD door, die verliefd elkaars hand vasthouden. Ik ren de trap op en haal nog net de intercity naar Schiphol. Even overstappen in Utrecht, dan ben ik om 19:35 uur in Amsterdam. Zeeën van tijd, het concert in het Muziekgebouw begint pas om 20:15 uur.

Tot Utrecht verloopt de reis voorspoeding. Dan begint de trein plotseling stevig te remmen. Twee seinen voor het station komt hij tot stilstand. Boven mij dreigt een donkere lucht, links naast mij ligt een kerkhof. Duidelijk, ik heb weer op de ‘winnende’ partij gestemd. Al snel klinkt de stem van de conducteur over de omroep.
‘Dames en heren, vanwege domme mensen op het spoor, lopen wij enige vertraging op. Er lopen dus reizigers op het spoor die eerst opgeruimd moeten worden.’
Vooral vanwege het woordje reizigers, gaat er een zucht door de trein. Spontaan omroepen blijft, zeker als je weinig informatie hebt, ontzettend moeilijk. Als je bij mij de tweede helft van de eerste zin achter de tweede helft van de tweede zet en de eerste helft vooraan, heb je meestal wel door dat ik ook niet weet wat er precies aan de hand is.

We trekken een stukje op, maar het is een valse start. Pas na vijftien minuten rijden we echt verder. Op mijn iPad kan ik echter precies zien welke trein zich waar bevindt. De trein die ik had willen halen, die van Nijmegen naar Amsterdam Centraal, is al weg. Maar de volgende trein uit Eindhoven zit nog achter ons, evenals de trein van Nijmegen naar Schiphol. Op het moment dat we vrijwel tegelijk Utrecht binnenlopen, vallen de vlakjes op mijn iPad over elkaar en zie ik niet meer wie naar welk spoor gaat. Een lichte paniek overvalt me als ik in de informatieschermen boven spoor 5 Schiphol zie staan. Ik sta op spoor 7 en op 5 had ik de trein naar Amsterdam Centraal verwacht, maar om nu nog te gaan zoeken…?

Ik blijf zitten en gok erop dat ik ook vanaf Bijlmer-ArenA nog op tijd het Muziekgebouw kan bereiken. Helaas, volgens 9292 niet. Amsterdam Zuid dan. Een úúr met de tram. Ik zie op mijn beeldscherm dezelfde aansluitingen als in Eindhoven en in vrijwel elke grote stad; als de trein aankomt, vertrekt de bus en andersom. Driemaal een kwartier vertraging, dat ga ik, ondanks een uur speling, niet meer redden. Ook niet via Schiphol, tenzij ik zou vliegen. Mijn stem in de Tweede Kamer moet wel heel zwaar wegen, nu ik er een concert van musikFabrik voor ga missen.

Te Schiphol wacht ik op de trein naar Amsterdam. Vanaf het perron kijk ik naar de rails. Het zwarte beton ziet er schoner uit dan het halletje bij mij thuis. Er ligt een enkel peukje – één is al smerig genoeg – en een paar snoeppapiertjes. Ongeveer één stukje vuil per 25 meter. Stof ligt er niet, laat staan dat het opwaait. Zouden ze een railstofzuiger hebben in deze tunnel? Waar het stof vandaan komt dat machinisten voor rook aanzien, is me een raadsel.

De Fyra doet ook geen stof opwaaien. De trein wordt bevolkt door een handjevol mensen. In de laatste vier ruituigen, van de zes, bevindt zich één persoon. Het lijkt een spooktrein. Buitenlandse reizigers met koffers aarzelen, maar stappen niet in. Je zou verwachten dat hier met toeters en bellen en veel fanfare mensen de trein in worden gelokt. Welkom in Nederland, welkom in de Fyra. Als u dit eenmaal geproefd hebt, wilt u niets anders meer. Maar de trein vertrekt klagend, nog leger dan hij Schiphol bereikte. Ik vraag me af of hij de tunnel wel ooit uitkomt. Of rijdt deze trein à la The Matrix direct aan de andere kant de tunnel weer binnen, eeuwig speeding in het duister? Ook ik blijf wachten op het perron.

Een vrouw met een hoofddoek vraagt me of dit de trein naar Sloterdijk is. Ik moet het haar een paar keer laten herhalen voor ik het versta, maar knik dan bevestigend, hoewel ik vandaag in burger ben. Ik stap de trein binnen, keurig tweedeklas. Op het balkon staat een kast open. Terwijl de deuren sluiten, pak ik mijn sleutel en draai de kast dicht. Reizigers op het balkon houden me nauwlettend in de gaten. Ik loop snel door. Geen zin om me nu als machinist kenbaar te maken. Niet tussen al die Amsterdammers. Stel dat er een spitsreiziger tussen zit.

Ik wandel op mijn gemak wat over Amsterdam Centraal, kijk naar de werkzaamheden. Buiten het Grand Café zit iemand op de grond gehurkt. Hij maakt foto’s van een man die gekleed gaat in een chic pak, compleet met wandelstok en bolhoed. Op het moment dat de fotograaf knipt, houdt de man een masker voor zijn gezicht. Een wit, glanzend masker met enkele dunne rode strepen. Ik zie een paar mensen schrikken en snel weglopen. Mannen die in het donker hun gezicht verbergen, dat betekent ellende. Ik kijk het even aan en besluit dat het geen terroristen of overvallers zijn. Het pak, de wandelstok en de bolhoed komen recht uit Stanley Kubrick’s Clockwork Orange, maar het masker klopt totaal niet. Ken je klassiekers of kies een ander vak.

Veel te vroeg ben ik op spoor 2b, maar de trein naar Maastricht staat er al. De informatieborden boven dit spoor, zijn wat ongelukkig geplaats. Om het heel zacht uit te drukken. Pal naast de achterkant van de trein op 2b, hangt het aanduidingsbord van 2a. De de trein die daar staat, helemaal aan de andere kant van het perron, vertrekt over enkele minuten richting Dordrecht. Mensen die via de stationshal de trap oplopen, komen goed uit. Maar kom je uit de tram of metro, dat sta je verkeerd. Aan de andere kant is het precies andersom. Vlak voordat de trein naar Dordrecht vertrekt, valt er een horde reizigers naar buiten die mijn kant op rent.

Het wordt nog leuker. Opnieuw verschijnt er in het informatiescherm boven mij een trein naar Dordrecht. Vertrektijd 21:12 uur, terwijl de trein naar Utrecht en Maastricht op 2b al om 21:08 uur gaat rijden. Je kunt op je klompen – of veiligheidsschoenen – aanvoelen dat reizigers naar Dordrecht in de trein naar Maastricht stappen. Ik hang wat over de betonnen rand van de trap en kijk het rustig aan. Niemand ziet dat ik iets met het spoor te maken heb. Eigen initiatief wordt toch niet gewaardeerd en bezorgt me bovendien al werk genoeg. Veel meer dan ik aan kan. Waarom zou ik me met deze onbekende reizigers bemoeien?

Dan verschijnt er een wat oudere dame bij de deur met een strak ingepakt boodschappenwagentje, een alles op elkaar afgestemd pakje, haar op een knotje. Ze wordt gevolgd door een groep meisjes van een jaar of achttien, negentien, stuk voor stuk met een koffer op wieltjes. Met handgebaren probeert de vrouw de – waarschijnlijk – studentes iets duidelijk te maken. Ik kijk naar de mouwen van mijn jasje en zie dat het blauwe bloed dat door mijn aderen stroomt de witte kleur verdrongen heeft. Opeens heb je het, hoe je er weer van afkomt, vertellen ze er niet bij. Alsof ik ze in complete klederdracht nader, draait de vrouw zich naar mij toe, terwijl de studentes hun ogen op mij richten.
‘Ze willen naar Dordrecht maar ik kan dat niet zo goed in het Engels uitleggen.’

Geen minuut later sta ik de mensen van rechts naar links door te wijzen en niet andersom. Reizigers richting Dordrecht zetten stevig de pas erin en mensen die al in de trein zitten komen licht twijfelend vragen of deze wel naar Utrecht gaat. Ik kan nog net op tijd zelf naar binnen springen als de conducteur de deuren sluit. Zonder mij vertrekt hij niet, mijn motto, gaat dit keer niet op.

Hoewel ik nu toch weer volkomen anoniem achter in de trein zit, draait de man op de bank voor mij zich aarzelend om.
‘Gaat deze trein naar Utrecht? Ik had eigenlijk naar Rotterdam gemoeten.’
‘Deze trein gaat inderdaad naar Utrecht en Eindhoven, die naar Rotterdam stond aan de andere kant langs het perron.’
‘Ja, maar die borden…’
‘Ja, die hangen heel ongelukkig, dat is bekend.’
‘O, dat is bekend?’ Er valt een korte stilte.

‘Ik denk dat het tot na de verbouwing wel zo zal blijven.’ Ik realiseer me dat Tot na de verbouwing in Amsterdam net zoiets betekent als Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen in het zuiden. Ik kan me in vijfentwintig jaar niet herinneren het station in Amsterdam ooit een dag zonder werkzaamheden te hebben gezien. Een jongeman schuin tegenover me, heeft het gesprek gelukkig gevolgd en op zijn iPhone al een oplossing gevonden.
‘In Amstel even overstappen op spoor 4,’ lacht hij vriendelijk. En een heel klein beetje trots dat hij die informatie eerder heeft gevonden dan ik. Beide mannen stappen hier uit. Op die in de cabine na, zit ik op de laatste stoel van de trein. Maar ik voel me helemaal op mijn plaats.

Pas als ik in Eindhoven naar de auto loop, voel ik lood door mijn tenen omhoog kruipen. Ik ben moe, doodmoe. Gelukkig is het maar een klein stukje naar huis. Een goederentrein, bestaande uit slechts de locomotief, passeert de laatste overweg op mijn route. Schurend langs de rails, lijkt het alsof hij hardop lacht. Uit de radio klinkt de stem van Liesbeth List:
‘Amsterdam, vijfentwintig december negentien drieënnegentig. Lieve Mia. Terwijl de mensen hier feestvieren, denk ik aan jou.’

 Een afscheid was er niet, je bent eigenlijk nooit weggegaan. Kom, praat met mij. Kom, lach naar mij…

Mijn ogen worden een ogenblik vochtig; ik wil dit lied helemaal afluisteren. In de verte zie ik de laatste bocht in de weg voordat ik thuis ben. Ik wil niet dichterbij komen. In de spiegel wordt de rechte weg achter me steeds langer. Ik open mijn rechterhand in de vorm van een schaar en houd hem voor mijn ogen.
‘Like someone’s face.’
‘Ja,’ zeg ik zonder om te kijken tegen de jongen naast me. ‘Like a fucked-up face.’