Perplex

Hogedrukreiniger

Zoals bekend is de cabine van de machinist een vrijwel hermetisch gesloten ruimte. De portofoonverbinding met de hoofdconducteur is tot op de laatste accucel leeggezogen en de enige duplexverbinding, die met de treindienstleider, moet als simplex gezien worden ten einde het langs elkaar heen praten tot een minimum te beperken.

Privé communicatiemiddelen zijn ten strengste verboden en met het enige apparaat dat de machinist van de broodnodige reisinformatie zou moeten voorzien om ten minste de reizigers ervan te verzekeren dat ze zich op het juiste spoor bevinden: de railpocket – door de directie met ingehouden hoongelach aangekondigd als een ‘soort van’ iPhone – kun je niet bellen, geen verbinding maken met het internet en uitsluitend mailen met je direct leidinggevende.

Toch heb ik mijn cabine nooit beschouwd als een gevangenis, integendeel, deze kleine ruimte gaf en geeft me nog altijd een groots gevoel van vrijheid. Dat ik de aansluiting met de moderne maatschappij daardoor enigszins mis loop, bewees mijn zwager afgelopen weekend op een verjaardag:

‘Ik was met de hogedrukreiniger het gras aan het afsproeien! Roept de buurman dat ik teveel lawaai maak op een zondag. Wat vind je daar nou van?’

Simplex, duplex; ik kon alleen maar instemmend knikken.

Pistoolschoten in de nacht

Als handen konden spreken…

 

Om half één, vroeg op de zaterdagmorgen, stap ik in Eindhoven op de Nachtnet-trein naar Rotterdam. Die middag, vrijdagmiddag dus, is er door vakbond VVMC actie gevoerd tegen het toenemende geweld waaraan het geüniformeerd personeel op Rotterdam Centraal Station blootstaat. As ik de foto’s bekijk op de Facebook-pagina van het VVMC, zijn er weinig concrete toezeggingen gedaan.

Eindhoven is echter extra beveiligd. Door het leger nog wel. Nog voordat ik bij mijn cabine ben word ik besalueerd door een soldaat. Rode baret, ik ben vergeten wat dat betekent. Alsof hij zijn gelijk moet bewijzen laat hij mij de reisplanner op zijn iPhone zien, waarbij hij met zijn rechter wijsvinger herhaald op het dikgedrukte woord Delft tikt. Dan wijst hij naar het Info-bord boven het perron dat Rotterdam aangeeft.

   ‘Volgens de reisplanner gaat deze trein naar Delft maar daar staat Rotterdam terwijl hij volgens jullie eigen app toch echt naar Delft rijdt want daar moet die trein volgens de app naartoe gaan maar in dat bord daar staat Rotterdam terwijl hier op mijn telefoon toch echt Delft staat.’ Hij stopt pas met praten als hij geen lucht meer in zijn longen heeft om nog een woord te zeggen.

   ‘Deze rijdt ook verder naar Delft,’ besluit ik voordat ik heb bekeken welke werkzaamheden deze nacht eigenlijk plaatsvinden. ‘Deze trein maakt zelfs een heel rondje. Vanuit Rotterdam gaat hij via Den Haag, Leiden, Schiphol en Utrecht weer terug naar Eindhoven. In Breda of Dordrecht zal Delft wel in de borden verschijnen. We stoppen er in ieder geval.’
Gemakkelijk gezegd, want ik stap in Rotterdam af om pas een uur later richting Hollands Spoor te gaan.

   Zoals ik al vaker gezegd heb en voorlopig nog kan blijven zeggen, is het Nachtnet voor de machinist een magische cirkel, een soort heksenkring zonder paddenstoelen. Daar mag je me ’s nachts voor wakker maken, al hoop ik niet dat het ooit nodig is in een rijdende trein. Maar ik rijd deze nacht geen compleet rondje. Wegens werkzaamheden tussen Hollands Spoor en Schiphol, keer ik halverwege en ga ik terug naar Eindhoven. Een half rondje Nachtnet en bovendien het eerste deel met de wijzers van de klok mee. Relatief gezien reis ik dus eerst vooruit in de tijd, die ik later weer oprek tot ik punctueel in Eindhoven terugkeer. Dat is de Goden verzoeken, met of zonder heksenkring.

   Op Den Haag HS is het dan ook meteen raak. De spoorwegpolitie is door één van de conducteurs gebeld en op het perron worden twee jongens stevig door de KLPD aan de tand gevoeld. Toch is het niet allemaal kommer en kwel. Twee andere jongens willen dolgraag de cabine eens van binnen zien en raken vooral opgewonden over de snelheid.
‘Wow, hey, wat zielig. Dus die trein kan 160 en toch mag jij niet harder rijden dan 130. Tjee, wat gemeen. Ook waar de baan wel 160 kan hebben? Wat wreed gemeen zeg.’
De toon waarop één van hen spreekt, doet me inderdaad een beetje aan Flower Power denken. Ach, in die tijd hadden ze het toch ook over speed?

Actie voor veiligheid

    Als de conducteur het vertrekbevel wil geven, moeten ze de cabine uit. Ik ben zelf nooit zo streng, maar met de KLPD naast de deur neem ik ook geen risico. Achter de deur hoor ik ze met de conducteur praten. Ze willen naar Leiden en zitten dus in de verkeerde trein. Dit zijn geen echte spotters, hooguit spotterspotters of spotterbespotters. Het lijken niet eens frequente treinreizigers, als ze niet eens weten in welke richting Leiden vanaf Hollands Spoor gezien ligt. Maar als ze in Delft de trein verlaten, zwaaien ze nog een keer vriendelijk achterom. Mijn dag, nacht dan, is in ieder geval weer goed. En ik ben op weg naar huis.

   Ongeveer één minuut vóór vertrek uit Rotterdam, klinken er een paar metaalachtige klappen. Omdat Rotterdam die middag toch al in de belangstelling stond, denk ik ogenblikkelijk aan pistoolschoten. Even later staat de conducteur met een enigszins angstig gelaat bij mijn cabinedeur. Voor alle zekerheid checken we opnieuw de portofoons, waarvan er één in eerste instantie niet goed lijkt te werken. Met een handgebaar van laat ook maar, ik wil hier weg verlaat hij haastig de cabine. Hij fluit, sluit de deuren en we beginnen de laatste etappe van de terugreis. Over de pistoolschoten hebben we het niet meer en ik wijd de klappen aan werkzaamheden die op en rond het station dag en nacht doorgaan.

   Pas de volgende middag lees ik via internet over een schietincident in Rotterdam. Rond vier uur ’s nachts, niet op het station maar wel in het centrum. Ik hoop dat de actie van het VVMC vrijdagmiddag iets op zal leveren, maar uit de nauwelijks verhulde gebarentaal van de Rotterdamse manager lees ik iets heel anders….

 

Er kan nog veel veranderen dit weekend. Komende nacht, van zaterdag op zondag, klokslag twee minuten na middernacht, ga ik de andere helft van het rondje rijden. Of er nog hoop is voor het Brabantse Nachtnet…?

Zoutloos

Van het weblog Wakkers Gedichten:

Ik heb echt álles over, om mee te groeien!

Chinees verkoopt nier om telefoon te kunnen kopen

“Ik heb mijn hersenen verkocht
mijn computer had te weinig geheugen
om Angy Birds te kunnen downloaden!”

Angry Birds

Mijn reactie:

Hersenspoeling

Die ga ik rondtwitteren, angry of niet.
Ze vragen weleens: waar zou jij je rechterhand voor in het vuur durven steken? Een vreemde vraag, mijn rechterhand heeft het vuur net aangestoken en alleen mijn rechterhand kan het brandend houden.
Mijn linkerhand? Nee, ik wil mijn politieke kleur aan niemand opdringen.
Rechtervoet dan? Nee, daar zit al teveel littekenweefsel, dat geneest niet mooi.
Links? Dan heb ik geen poot meer om op te staan.
Hersenen? Nee, mijn intelectuele eigendommen zijn al geclaimd door overheid, bekende merken, mediagiganten en en andere schimmige organisaties.
Aan mijn ruggegraat heb je niets, die is al zo vaak gespalkt dat ik niet meer kan buigen.
Hart dan? Alleen te ruilen tegen een heel speciale ganzenveer uit het oude Egypte, maar dat is een lang verhaal.
Lever? Zeker niet, daar heb ik nog teveel op.
Milt? Heb ik niet, ik ben mild.
Alvleesklier? Heb ik opgegeten om als vegetariër, zonder een dier te doden, toch een keer de smaak van onderworpen vlees te kunnen proeven.
Longen? Zinloos, ik rook niet maar de lucht die ik inadem is allesbehalve zuiver. Velen weten van het gif, maar niemand durft het bij naam te noemen.
Een litertje bloed wil ik nog wel geven. Maar pas op, het kookt.

Blijven alleen mijn nieren over. Weet je wat, neem ze maar alletwee. Het is allemaal zo zoutloos vandaag de dag, dat ik ze niet meer nodig heb.

Orgaandiefstal door het Israëlisch leger.