Oude Meesters – Judaskus

meesters 1

 

Oude Meesters in het Parktheater op Valentijnsdag, 14 februari 2013. Eén brok nostalgie: De Engerd uit De Stratemakeropzeeshow en Sinterklaas.

Goed en kwaad, dat speelden beide grootmeesters van het Nederlandse toneel in Oude Meesters ook. Cynische, zelfingenomen, haatdragende broers die elkaar alleen nodig hebben om geld te verdienen.

Het stuk was de acteurs – soms letterlijk – op het lijf geschreven. Geen seconde werd het saai of vervelend. De auteur heeft vooraf heel goed de kleinste gebaartjes van zijn spelers bestudeerd en in zijn stuk ingepast.

Anderhalf uur vermaak waarbij yin en yang in elkaar overliepen maar nooit van kleur wisselen. Als fractals vormden de deeltjes zwart en wit figuurtjes maar alleen als je even je ogen samenkneep werd het grijs. Voortdurend bleef de angel van zwart verankerd in de huid van wit en behield wit een enclave in het zwarte hart.

Mooi Valentijns-toneel hoewel het stuk de diepgang had van een stoomboot in een opgedroogd Pierebadjeopzee en heel misschien hadden deze mastodonten daarom net een tikje beter script verdiend.

meesters 2 buigen

 

JUDASKUS

.

Haat hem,

Of houd van hem.

 .

Bijt hem,

Of lik hem.

Kus hem,

Of omarm hem.

.

meesters 3 af

Het stuk deed me sterk denken aan Rocco – A Dark Full Ride van Emio Greco dat ik eerder dit seizoen in het Parktheater zag. Broederliefde, inclusief de onafscheidbare broederhaat, werd daar gedanst als een bokswedstrijd. Ballet in de ring met het publiek daar als beroepsgokkers omheen.

Greco boks 2Synchroon-boksen zou zo een Olympische sport kunnen worden en ik moet toefgeven dat ik – ondanks psychisch verzet – als een sportliefhebber in de wedstrijd werd meegezogen. Terwijl ik een bloedhekel heb aan sport op tv. Een wedstrijd vechtballet dan maar?

Tijdens de uitvoering van Rocco zag je de liefde uit de broederlijke haat/liefde-verhouding van kilometers ver aankomen. Vlak voor de bel van de Tweede Ronde kon een tongzoen met het ‘meisje’ dat snoep rondbracht niet uitblijven.

Dat lag in het geval van Joost Prinsen en Bram van der Vlugt natuurlijk wat ingewikkelder. Hoewel, ik weet niet of het de landelijke schandaalpers zal halen, het volgende is door beide Oude Meesters toegegeven: Sinterklaas heeft het zoenen in zijn jeugd mogen oefenen op de toen zevenjarige Erik Engerd.

Greco boks 3

Een hemelse Philips door de CKE musicalschool

CKE Musical

Je kunt het zo gek niet bedenken, of er bestaat een musicalversie van. Of het nu gaat om de prachtige bananen van Chiquita, of de legendarische rookworst van de Hema. Paar liedjes, stukje tekst, even van vel wisselen en hup, succes gegarandeerd. Toch hebben we in Eindhoven lang moeten wachten op een muzikale versie van de geschiedenis van de stad. Een stad die er heel anders zou hebben uitgezien als niet vader en zoon Frederik en Gerard Philips er in 1891 een klein gloeilampenfabriekje waren begonnen.

De musical die gedurende vijf voorstellingen in het Parktheater te bewonderen was, is geheel door het Centrum voor de Kunsten Eindhoven (CKE) geproduceerd. Met een beetje ondersteuning van enkele oud-topmannen van Philips, die, behalve tips, ook oude films en ander materiaal uit wilden lenen. Het is een prachtige musical geworden met een goed script en beelden die je soms even naar het verleden doen verlangen, toen een werkgever ook in sociaal en cultureel opzicht nog iets voor zijn werknemers wilde betekenen.

Een groot orkest – dat was wel anders toen ik zelf trompetles kreeg op de muziekschool – dat bijna professioneel speelt, en scènes die tot in het kleinste detail – zoals de verhouding tussen katholieken en protestanten of de komst van Aziatische gastarbeiders – de geschiedenis van Eindhoven laten zien. Een stad die veel te laat in de gaten kreeg dat het met het vertrek van Philips naar Amsterdam, een spookstad dreigde te worden.

Natuurlijk kun je deze amateurproductie niet vergelijken met een gelikte Joop van den Ende-musical. Bij Joop is elke stap ingestudeerd, elke beweging, elke gezichtsuitdrukking ligt vast in het script. Als je een tweede keer dezelfde musical bezoekt, lijkt het één lange flash-back. Alsof je naar een DVD kijkt. Als Joop zegt dat de voorstelling vóór de pauze één uur, acht minuten en tweeënvijftig seconden duurt, dan duurt deze ook één uur, acht minuten en tweeënvijftig seconden en geen één uur, acht minuten en eenenvijftig seconden of één uur, acht minuten en drieënvijftig seconden. Bij Joop zie je dan ook geen schaduwen over het toneel sluipen.

Die zie je in het Parktheater wel. Vooral bij deelnemers die voor het eerst op het podium staan. Wie goed oplet, moet het opvallen dat deze schaduwen soms vergeten dezelfde bewegingen te maken als de acteur of actrice aan wie ze toebehoren. Een klein meisje verliest tijdens het touwtjespringen haar blauwe kapje. Herhaaldelijk probeert ze het weer op haar hoofd te zetten, maar door al het gehuppel lukt het haar niet. Dan zie je haar schaduw zich van het podium hijsen en over haar jurkje naar boven glijden.
‘Het geeft niet, hoort gewoon bij je rol. Vouw het doekje op of hang het rond je nek. Dan kan er niets fout gaan.’
Het meisje glimlacht even; ze heeft de stem herkend.

    ‘Die broek heeft je moeder zeker voor je gekocht? En nu moet je het prijskaartje eraan laten hangen zodat ze hem maandag weer terug kan brengen naar de winkel. Nou, ik laat je hier niet voor gek staan dansen. Dat kaartje knip ik eraf. Zeg maar tegen je moeder dat je iets dat om je lijf heeft gezeten, niet meer kan ruilen. Dan weet ze wel wat ik bedoel.’
Het zijn beschermengelen die zich een moment uit de schaduw losmaken om hun goede werk te kunnen verrichten.

UFO of wolk?

Ik ga hier niet het hele verhaal in details beschrijven. Eén actrice wil ik toch even noemen. De aanvoerster van een groep hippies. Ze beent stampend over het toneel, staat stil, ziet iets in de hemel, wijst en roept met vertraging: ‘WOW’. De hele groep volgt: ‘WOW.’ Een jointje maakt de geestelijke verrijking compleet. Misschien klinkt daardoor haar stem bij inzet wat rauw. Maar als ze even uithaalt, breekt de ijslaag op haar stembanden en sneeuwen de noten als kristallen uit haar mond. Ze klinkt een beetje als Bette Midler. Ook een beetje als Bonnie Tyler en dat is voorlopig stemgeweld genoeg. Er zweven twee schaduwen langs haar lichaam, maar die grijpen nergens in. Het zijn eerder bewonderaars dan beschermengelen. Trouwe fans die laten weten dat ze er zijn en er altijd zullen zijn.

Ik denk dat ze in het dagelijks leven precies zo is. Niet zozeer die joint en misschien roept ze er geen wow bij, maar ze ziet het wel. Twee spelende kittens in schapenwolkjes of grijpende armen in een onweerslucht. Ik zie het vaak vanuit de cabine van mijn trein, daarom heb ik altijd een fototoestel bij me. Misschien dat ik daardoor weleens een minuutje te laat ben, maar dat is voor iemand met een beetje fantasie toch helemaal niet erg? Ik ben benieuwd hoe Misérables het volgend jaar wordt, eerst wachten op de DVD van Philips.

Alle musicalsterren van het CKE bedankt voor een geweldige musical en succes met jullie Kunde, ofwel: Kunst!

Phiips Sport

Van YouTube:

Raar feestje

Emma's Feest

Emma’s Feest

Bram van der Vlugt

Ingeborg Elzevier

Wouter de Jong

Geschreven door Flip Broekman

Regie: Ignace Cornelissen

 

Komedie over afscheid nemen

Emma is werkster bij de flamboyante oud-minister Kalsbeek. Haar wereld stort in als ze na veertig jaar van de ene op de andere dag op straat wordt gezet. Dan vindt haar kleinzoon belastend materiaal tegen de oud-minister. Het perfecte middel om Kalsbeek te dwingen om zijn oma alsnog een waardig afscheid te geven. Niet zomaar een borrel, maar een groots feest! De tragikomedie ‘Emma’s Feest’ gaat over dromers, oplichters en afpersers tegen wil en dank. Met de Grande Dame Ingeborg Elsevier en de eminence grise Bram van der Vlugt is ‘Emma’s Feest’ bij voorbaat een acteerfeest.

 

 

Raar feestje

Vreemd, vervreemdend toneelstuk. En de acteurs genoten met volle teugen van de verbazing en verwarring in het publiek. Een doeltreffend, vindingrijk, komisch maar klein decor op een veel te groot toneel. Dun geluid, ingetogen bewegingen die totaal niet pasten bij deze Grote Zaal. En dan – hoe paradoxaal – gespeeld door twee Theatergrootheden die je niet eens om een handtekening durft te vragen. De absolute top die zich ineens onder je voeten bevindt en dan ook nog roept: ‘Kom maar op met die schoen!’

Maar de huishoudster die Ingeborg Elzevier hier neerzette… Precies mijn moeder, die ik heel toevallig mee had genomen. Ze kon niet ontkennen dat ze de gelijkenis niet zag. Het verhaaltje was zo doorzichtig en inconsequent, dat zouden Elzevier en Van der Vlugt nooit serieus kunnen spelen, zelfs niet als komedie. Maar de kans het publiek eens flink in de maling te nemen én voor zichzelf nog eens te bewijzen dat ze de meest ongeloofwaardige karakters zo tot leven konden brengen dat het publiek in hen geloofde, die konden ze niet laten lopen.

Prima spel van Wouter de Jong. Dat in bed staan durf ik nog wel aan. Maar een goed gesprek met Sinterklaas voeren terwijl je feitelijk boven in het decor hangt, dat is wat anders. Volgende keer 180 graden de lucht in?

Een Feest was de voorstelling in ieder geval. Wie door dat dunne laagje bedrog heen kon prikken, zag de echte wereld in al zijn bedrieglijke waarheid. En iedere auteur weet dat je de waarheid nooit mag beschrijven, want de waarheid gelooft niemand. Wat niet wil zeggen dat je bedrogen bent als je een avond wat anders voorgeschoteld krijgt dan je verwacht had. Volgens mij hebben Ingeborg Elzevier en Bram van der Vlugt de helft van de hieronder geplaatste reacties zelf geschreven.

Bedriegers.

Reacties op de voorstelling in het Parktheater Eindhoven:

CJ: Ik heb in geen jaren zo’n slecht stuk gezien. Een flinterdun plotje, kennelijk geschreven op een druilerige achternamiddag. Twee -op zich goede- acteurs, kunnen dit ook niet redden. Ik denk dat ze zich ook schamen om met zoiets op het toneel te staan. Het komt niet uit boven het niveau van een, niet zo heel goede, amateur-toneelvoorstelling. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de werkelijk tenenkrommende bijrol van Wouter de Jong. Kortom: zonde van mijn geld….

JM: Een voorstelling om gauw te vergeten. Een flauw, kinderachtig stuk de acteurs, Bram van der Vlugt en Ingeborg Elsevier onwaardig. Het toneel was veel te groot voor deze voorstelling en miste daardoor de broodnodige interactie met het publiek. Hierdoor ook slecht verstaanbaar. Al met al een wat dure avond voor het gebodene.

TT: Amusante zeer goe gespeelde voorstelling. De moeite waard

RB: Buitengewoon sterk spel, goede timing, soms ontroering, typisch tragikomisch, echter decor te gewild, stuk als zodanig te weinig doordacht. Spelers redden het stuk.

S: Wij hadden hoge verwachtingen met het oog op de hoofdrolspelers. Helaas bleek het een teleurstelling. Het geluid had echt beter gekund en we misten ook de vitaliteit in het stuk. Het zag er wat afgemat uit. Stevige prijs ook voor de kaarten als ja na een uur en 20 minuten weer buiten staat.

M: Goed spel van de oude rotten in het vak maar ook van Wouter! Leuke ontknoping, echt een Ingeborgactie! En Bram, nu eens niet in de rol van nette heer, maar van narcist! leuk. Na de voorstelling was het supergezellig in het café beneden, rustiger dan in de pauze waarin je je hete thee snel moet opdrinken!!

RZ: Leuke avond-goed en met plezier gespeeld door alle 3 acteurs. De voorstelling was wel kort en in verhouding niet goedkoop maar wat wil je met de 2 topacteurs.

A-MR: Wat een heerlijke toneelavond. Vooral Ingeborg Elzevier met haar antieke jurkje. Het was een genot om weer eens een “echt” leuk toneelstuk te zien. Het smaakt naar meer. Ook de nazit in het Theatercafé was weer prima op de bekende gastvrije wijze verzorgd. P.S. Het geluid was prima.

RK: Geweldige acteurs. Een voorstelling mag ook wel eens ontspannend zijn. Wij verheugen ons, in 2013, hopelijk ook in uw theater, Bram van der Vlugt samen met Joost Prinsen, als twee broers te zien acteren. Het hebben van geen pauze heeft m. i. het voordeel, dat je niet in de rij hoeft te staan voor een kopje koffie en deze vlug vlug moet opdrinken. Nu beschik je na de voorstelling over wat meer tijd in uw gezellige bar, waar een goed glas wijn wordt geserveerd. Wij zaten op rij 12 en de geluidsweergave was uitstekend.

AH: Een genoeglijke theateravond. Genoten van het toneelspel van twee acteurs op leeftijd. Zij wisten van een simpel verhaal iets bijzonders te maken.

I hate the taste… (Na de Zondeval)

I hate the taste…

De eerste keer overvalt het je als een donderslag bij heldere hemel. Terwijl de donder steeds luider tussen je oren heen en weer rolt, wordt de hemel verlicht door verblindend felle kleuren of een patroon van vlakken dat het ene moment dichtbij lijkt te pulseren, dan weer oneindig ver van je weg beweegt op een golf van dreunend machinegestamp. Een waanzinnige doodsangst maakt zich van je meester. Als het zware, misselijkmakende geluid nog verder in volume toeneemt zullen je trommelvliezen scheuren. De felle lichtflitsen maken je blind of op z’n minst gek. Dwars door dat alles heen, hoor je stemmen. Eerst vaag en ver weg, maar geleidelijk aan steeds beter verstaanbaar. Je herkent er zelfs enkele van. Ze behoren aan personen uit een ver verleden. Een verleden dat nu zo tastbaar lijkt, dat je de Eau de Cologne op oma’s wang kunt proeven, zoals je dat kon toen je haar als twaalfjarige een zoen gaf. Een zoen met zoveel mogelijk vocht, zodat je in ieder geval de illusie had dat je haar wang niet met je lippen had aangeraakt. Je hoort de stemmen steeds duidelijker. Sommige geesten vragen waarom je iets gedaan hebt? Je kunt het je niet herinneren. Andere schreeuwen tegen je waarom je juist iets niet gedaan hebt wat wel van je verwacht werd. Geen idee waar het allemaal over gaat. Dunne, iele stemmetjes piepen er zo nu en dan als gillende keukenmeiden tussendoor en smeken je hen te verlossen uit deze hel. En je neemt jezelf voor inderdaad uit het raam te springen, zodra je ergens een venster tegenkomt.

…but I love the effect!

 Het kan abrupt gebeuren, het kan ook een proces van weken of zelfs maanden zijn, maar uiteindelijk laat je de psychose achter je en kun je proberen weer een normaal leven te leiden. Maar je weet, ondanks alle medicijnen die je slikt, het komt hoe dan ook een keer terug. Op de meest ongelukkige momenten breekt het angstzweet je uit. Heb ik nu een lichtflits gezien die er niet was? Hoorde ik de stemmen van mijn grootouders, die me vanaf gene zijde iets belangrijks te melden hebben? Het is deze angst, het niet goed herkennen van de voortekenen, die de periode tussen twee psychoses zo ondraaglijk maakt. ’s Avonds bid je: zet nu de poorten van de hel maar open, ik word gek van het wachten. Uiteindelijk blijkt die tweede keer wel mee te vallen. Je hoort dezelfde donderklappen en je ziet dezelfde verblindende flitsen, maar je hebt het eerder gezien. Je hebt erop gerekend en het schrikeffect is er een beetje af. Langzaam leer je de kleuren te beheersen en de patronen die het licht op de witte achtergrond projecteert. Je kunt de vlakken sturen en zelfs het geluid gehoorzaamt jouw wil. Je bent de heerser over je eigen spookbeelden. Je leeft als in een lucide droom. Jij bent de baas over je eigen wereld en de stemmen die je hoort geven slechts jouw bevelen door.

Gesterkt door deze vreemde machten, ga je opzoek naar de waarheid. Wat is echt in jouw wereld, wat is zuiver, wat is de waarheid? Maar welke waarheid? Universele waarheid? Wiens waarheid? Je hoort teksten voorbij zingen uit een bekende rockopera. Het is Pilatus die zijn stem verheft:

What is truth?
Is truth unchanging law?
We both have truths,
Are mine the same as yours?

Wat heeft de kruisiging van Jezus hier in hemelsnaam mee te maken. Een andere waarheid dan, die van de doofstomme en blinde Tommy. Metalen flipperkastballen beroven je van je zicht, verhinderen je te praten, verstoppen je oren. Het is een spel geworden.

You didn’t hear it,
You didn’t see it,
You never heard it, not a word of it.
You won’t say nothing to no one,
Never tell a soul.
What you know is the Truth.

Dan draagt Eric Clapton het licht de gebedsruimte binnen. Hij geeft eyesight to the blind. De waarheid, de ultieme waarheid is…

Marilyn Monroe!

De overtreffende trap van schoonheid in Gods Paradijs. Waarheid en niets dan de waarheid. Zuiverder dan puur. Mannen kronkelen voor haar als jaloerse pythons in een slangennest. Appels vallen voor haar van de boom. Zodra haar waarheid geweld wordt aangedaan, stort het Paradijs in. Zij en al haar minnaars en aanbidders moeten zich nu staande zien te houden in een wereld waar je steeds meer pillen moet slikken om de illusie van een paradijselijke droom in stand te houden. De psychose gaat langzaam over in realiteit. Je ziet dat het niet veel verschil maakt, maar je blijkt in staat het te beheersen. Zolang je Marilyn Monroe maar in ere, dat wil zeggen, in leven houdt.

Stay! Stay…

Het is onvermijdelijk, zij zal sterven. God eist haar op. Na de Zondeval. Op het toneel blijven slechts uitgeputte acteurs van ToneelGroep Amsterdam achter. Een compleet leeggespeelde Fedja van Huêt en een grandioze, zelfs nu nog onpeilbare Karina Smulders. Ze zijn omringd door een uitstekende cast, een waanzinnig decor en een al het verborgene uit de schaduw slepende belichting. Wat het nou echt een psychose, of moest ik simpelweg de waarheid onder ogen zien. Die hypnotiserende muziek dan? Stay?

Ik loop de schouwburg uit, steek de straat over en wil linksaf naar het parkeerterrein lopen. Maar iets trekt mijn aandacht en ik blijf recht in de straat tegenover het Parktheater staren. Een zuchtje wind blaast een wolk van witte Pyrus bloesem in mijn richting. Het maanlicht weerkaatst erop en legt een stralende deken over de dansende vlindertjes. Het front van bloesem scheurt uiteen en daar staat ze. Haar rok waait een beetje omhoog. Ze duwt hem met één hand naar beneden maar ze geneert zich niet. Ze heeft een bijna wit gezicht onder haar hoogblonde krullen. Ze tuit haar lippen en fluistert zacht tegen de wind: Stay, stay please stay…

Ik laat haar achter zoals ze daar staat. Zo onschuldig, zo naïef. Uiterst prettig als je een psychose zo kunt sturen. Marilyn Monroe is de waarheid, Marilyn Monroe is naïef. Waar de ultieme waarheid en de ultieme naïviteit samenkomen, daar vind je Marilyn Monroe. De waarheid is naïef, of liever: Naïviteit is de Waarheid. Dat klinkt heel diep en filosofisch, maar is op dit moment veel te ingewikkeld voor mij. Ik wil me nu nog even koesteren in de avond, in de Marilyn Monroe van vóór de Zondeval. Naïef? Misschien, maar in elk geval de waarheid.

I love to do the things the censors won’t pass.
Marilyn Monroe

Meer voor een verloren zwaan

‘Dat klopt niet, zo gaat het verhaal helemaal niet,’ piepte een krakende stem achter me. Meteen na het uitspreken ervan, leken deze woorden als een oude maalsteen te verbrokkelen. Alleen een stokoud droog, perkamenten gehijg bleef over. Deze vrouw had wellicht de première in 1877 nog meegemaakt. In dat geval had ze wel gelijk. Choreograaf Rudi van Dantzig had het verhaal gedeeltelijk herschreven. Van een zoetsappig, romantisch sprookje had hij een hartverscheurend persoonlijk verhaal gemaakt. Eigenlijk had de vrouw dus ongelijk, want overal stond duidelijk vermeld dat het om de versie van Van Dantzig ging en juist zijn Zwanenmeer geeft meer geheimen prijs dan enige andere versie, inclusief de oorspronkelijke.

Solisten van Het Nationale Ballet

 In alle balletten die ik van deze choreograaf ken, vind je die hunkering van hun schepper naar een soldaat die hij ooit gekend heeft maar direct na de Tweede Wereldoorlog is kwijtgeraakt. Ook in het Zwanenmeer is de relatie tussen Prins Siegfried en zijn vriend Alexander veel belangrijker dan welke vogel ook. Als de prins volwassen wordt, raakt hij Alexander langzaam kwijt. Maar omdat Siegfried een belangrijk deel van zijn lichaam aan Alexander heeft verbonden, kan hij zelfstandig zijn weg niet vinden. Te laat beseft hij dat hij zijn soldaat niet heeft verloren, maar van zich heeft verstoten. Siegfried sterft, zoals een deel van Rudi van Dantzig kort na de oorlog is gestorven.

 Het andere deel van deze grote choreograaf stierf begin dit jaar. Maar sommige zielen kunnen niet sterven, zeker als ze hun taak, hun opdracht in het leven, nog niet hebben volbracht. Van Dantzig was in zijn latere leven nog altijd op zoek naar zijn verloren soldaat, wiens aanwezigheid hij in het Zwanenmeer wel proefde maar niet tastbaar kon maken. Wie op 10 maart 2012 in het Parktheater goed naar het begin van de vierde akte heeft gekeken, moet iets bijzonders zijn opgevallen, al moest je wel in het voorste deel van de zaal zitten om het te kunnen zien.

Tableau de la troupe

 Het ballet was net begonnen aan de slotakte. Rook dreef als mist over het toneel en uiterst links op het podium, dampte het uit een bron. Deze laatste rook steeg op langs de stam van een boom. Door de laatste tak werd de rook naar rechts het podium over gedreven en bovendien in twee identieke helften gesplitst. De damp nam langzaam de contouren aan van een zwaan. Een grote, kalm zwevende zwaan die goedkeurend het ballet beneden zich bewonderde. De zwaan gaf een teken met zijn hals en kop, zwaaide nog eenmaal met zijn vleugels en viel toen in losse wolkjes rook uiteen.

 Dit kan niemand anders dan de meester zelf geweest zijn. Niet langer een zoekende op bedreigde podia, maar een man die zijn taak heeft volbracht en zijn rust heeft gevonden. Siegfried is gestorven, Alexander treurt om zijn vriend, maar de verloren soldaat is eindelijk thuis. Thuis bij Rudi van Dantzig. Prachtvoorstelling, door een topgezelschap met eerbied aan zijn schepper opgedragen. Een schepper die na de voorstelling zijn troupe nog één keer bezocht en met een overweldigend applaus en gejuich, buiten het zicht van het publiek, werd begroet. Meneer Zijlstra, dit mag nooit verloren gaan.

Zwanenmeer voor een verloren soldaat

Het Theater aan de Kalverstraat

Clown en toneelmeester

Het Theater aan de Kalverstraat

Een sprookje Géén sprookje!

 De Kalverstraat, schrik van het monopoly-spel. Waag het eens erheen te gaan wanneer er een hotel staat. Je wordt uitgekleed, daar is de huidige financiële crisis niets bij. En wat doet de Eindhovense clown Arno Huibers? Die bouwt, midden op de Kalverstraat, doodleuk een Theater. Zijn eigen Theater! Maar geen voorbijganger die er failliet gaat. Voor een grijpstuiver of twee, desnoods gegraaid uit de monopoly-bank, neemt de clown je mee in een wereld van fantasie. Een wereld met vele verdiepingen. Van diep onder de grond, tot hoog in de hemel. En toch allemaal tegelijk op hetzelfde toneel te bewonderen. Eén laag voor de allerkleinsten, één voor de wat oudere kinderen, één laag voor volwassenen, al blijft die laatste groep vrij vaak in de klei steken. Fantasie-angst.

 Toch is de clown heel gewoon gebleven. Hij staat niet de hele dag voor zijn Theater te pronken, maar trekt ook door het land en zelfs over de grenzen. Hij komt in landen waar nog nooit iemand van gehoord heeft. Kaartlezen zal wel niet zijn sterkste kant zijn en een clown met een TomTom bestaat niet. Dat weet ik omdat ik alle afleveringen van Pipo heb gezien en weet wie er nu in zijn wagen rijdt. Zondag 22 januari speelde Arno Huibers gelukkig een thuiswedstrijd in het Parktheater in Eindhoven. Veel kans op neerslag, weinig op verdwalen.

 ‘Tja, dat is sneu voor André van Duin. Die speelt nu voor een halfvolle zaal.’ Het eerste punt was al gescoord terwijl de wedstrijd nog moest beginnen. Een wedstrijd van anderhalf uur, zonder pauze en zonder ook maar één moment van verslapping. Wat een conditie heeft die clown. Ik moet het een voetballer nog zien doen. Terwijl een voetballer er bovenmatig voor betaald wil worden en de clown juist gelukkiger wordt van geven dan van nemen!

 Terug naar het toneel. In een fantasiewereld heeft tijd natuurlijk geen enkele betekenis. Als je ’s morgens wakker wordt, weet je toch ook niet hoe lang je laatste droom geduurd heeft? Zeker niet als het een mooie droom was. En laat dromen maar over aan deze clown. De enige clown met een bed in het Theater aan de Kalverstraat, droomt met Droomkracht 10. Gelukkig maar, want wie zou de rol van toneelmeester in het echt willen spelen? Rob Welsing is wel goed, maar niet gek. Na drie dagen zou hij tot zijn nek in het gips zitten en nog zou de clown met hem gooien, op zijn rug springen, wurgen, met een stok slaan en onder zijn tenen kriebelen, wetend dat de arme toneelmeester zich daar niet kon krabben.

 Ik houd niet van accordeonmuziek. Ik houd ook niet van walsen. Maar de muziek bij de voorstelling, walsen gespeeld op een accordeon, werkte betoverend. Het paste perfect bij de oude vrouw die als rode draad door de voorstelling kuierde. Ik kende haar nog uit Droomkracht 10, waar ze haar leven als in een film voorbij zag trekken, vanaf de tijd dat ze nog een jong meisje was. Over kinderen gesproken: het was wonderlijk om te zien hoe de clown vijf- en zesjarigen wist te inspireren. Terwijl ouders alleen vanwege hun kinderen in de zaal zeiden te zitten, had hun kroost, als vrijwilliger door Arno op het podium getrokken, aan een enkele oogopslag genoeg om door te hebben wat de clown van hen verlangde. Een klein meisje werd uitgedost als opwindclown en door Arno met mime in beweging gebracht. Als een robot stapte ze achter hem aan, het toneel over. Als een volleerd actrice die wist welke belangrijke rol ze speelde. Hoe kon ze dat weten? Welk kind van nu heeft er nog speelgoed waarbij je met een sleuteltje een stalen veer moet opdraaien? De magie van de clown was hierin zelfs zo sterk, dat mijn moeder zich na afloop hardop afvroeg of al die kinderen die op het toneel hadden gestaan, familie van de clown waren. Een serieuze vraag van mijn moeder, voor de clown – en de kinderen natuurlijk – het best denkbare compliment.

Stradivarius-banaan

 De Stradivarius-banaan, die met de strijkstok van een viool doormidden werd gespeeld, vond iedereen geweldig. Over de bom, die aan het eind moest ontploffen, waren de meningen verdeeld. Kinderen tot en met een jaar of zes, hadden liever niet dat de clown de lont aanstak. ‘Nee oma, dat wil ik niet. Dat wil ik echt niet,’ piepte een klein meisje op de rij achter ons. De oudere kinderen, snotneuzen van zeven en acht, zagen een stukje vuurwerk wel zitten. Mijn neefje van acht – mijn alibi – stemde voor, maar hij kent Droomkracht 10 van buiten en wist dus wat er komen ging.

 Zo komisch als de middag begonnen was, zo melancholiek eindigde hij. Het spatte niet als een zeepbel uit elkaar, zoals Droomkracht 10, maar sloot wel af met dezelfde oude vrouw. Het vorige programma deed ze dat als geriatrisch patiënt, opgesloten en dement. Dat scenario moet Arno dwars hebben gezeten. Veel te veel naar de werkelijkheid. Fantasie is het toverwoord, fantastisch moet het zijn. Hoewel de oude vrouw in De glimlach en de bom aanvankelijk hetzelfde lot lijkt te ondergaan, bevrijdt ze zich dapper van haar kwelgeesten als haar (overleden?) man op het toneel verschijnt. Even wil ze hem alles uitleggen, maar ze begrijpt dat woorden overbodig zijn. Ze zoekt in de vuilnisbak naar haar handtasje, dat de toneelmeester eerder bij het afval heeft gegooid. Ze doet er een appel in (zo is ze ook opgekomen,) pakt haar wandelstok, en loopt aan haar mans arm het toneel af. Oh nee, toch niet. Ze komen terug, zwaaien nog één keer naar het publiek en openen dan geruisloos het hekje dat de oude vrouw zojuist nog heeft geolied. Zorgvuldig wordt de poort weer gesloten. Dan verlaten ze definitief het toneel.

 Een lach en een traan. Op komische wijze een droevig verhaal vertellen. Oog voor details. Alles heeft een betekenis. Of meerdere betekenissen, zodat je nooit helemaal precies weet wat de clown bedoelt. Toeval bestaat niet, maar je hoeft ook niet in je lot te berusten. Alles geven, weinig krijgen. En die eeuwige twijfel: hebben ze wel gehoord wat ik eigenlijk wilde zeggen? Het is de tragiek van de clown. In het spotlicht ziet iedereen je staan, zelf ben je blind. Het tegenovergestelde van het lot van de machinist: vanuit de donkere cabine zie ik alles, maar niemand die mij ziet zitten. In feite dezelfde tragiek. Dus ook dezelfde oplossing: het creëren van een fantasiewereld. Hoe de wereld van Arno Huibers er nu uitziet – ik weet alleen dat die na mijn laatste bezoek verbouwd is – zal ik snel ontdekken. Wanneer ik de gevangenis passeer, platzak omdat mijn salaris één (glazen) oog te ver is, Rotterdam heelhuids achter me laat en het Theater aan de Kalverstraat bereik.

Radio