GLOW begint met wat vertraging…

…maar het wachten was de moeite waard.

Dat laatste weet ik nog niet helemaal zeker, want ik heb deze bijzondere boom, die door problemen bij de Italiaanse leverancier enkele weken later aan GLOW deelneemt dan gepland, nog niet echt in actie gezien. Verlicht is hij gelukkig wel, want in deze duister tijden zijn alle levensvormen die over hersenen beschikken en ze durven te gebruiken meer dan welkom.

Een verslag volgt dus nog, hier alvast de eerste beelden:

GLOW 2012 vertraagd

Met een beetje vertraging
is onze ‘High On Speed‘ boom
– ondanks de SpeedPas
bekend van zijn ‘High Speed Lijntjes‘ –
uit Italië gearriveerd.

Eindhoven, GLOW 2012 kan beginnen!

Oude, verdwaalde man ontsteekt perenboom.

Een oude man,
die verder niets meer in de stad te zoeken heeft,
opent GLOW door de perenboom te ontsteken.
Een beetje troosteloos,
want wie weet nog hoe een peertje smaakt?
De enkeling die het zich herinnert,
kijkt zuur.

Tot het laatste peertje dooft.

GLOW 2012 is nog te bezoeken tot het laatste peertje dooft…

.

.

GLOW in the Lord

Binnenkort meer om van te gloeien…

.

.

Een hemelse Philips door de CKE musicalschool

CKE Musical

Je kunt het zo gek niet bedenken, of er bestaat een musicalversie van. Of het nu gaat om de prachtige bananen van Chiquita, of de legendarische rookworst van de Hema. Paar liedjes, stukje tekst, even van vel wisselen en hup, succes gegarandeerd. Toch hebben we in Eindhoven lang moeten wachten op een muzikale versie van de geschiedenis van de stad. Een stad die er heel anders zou hebben uitgezien als niet vader en zoon Frederik en Gerard Philips er in 1891 een klein gloeilampenfabriekje waren begonnen.

De musical die gedurende vijf voorstellingen in het Parktheater te bewonderen was, is geheel door het Centrum voor de Kunsten Eindhoven (CKE) geproduceerd. Met een beetje ondersteuning van enkele oud-topmannen van Philips, die, behalve tips, ook oude films en ander materiaal uit wilden lenen. Het is een prachtige musical geworden met een goed script en beelden die je soms even naar het verleden doen verlangen, toen een werkgever ook in sociaal en cultureel opzicht nog iets voor zijn werknemers wilde betekenen.

Een groot orkest – dat was wel anders toen ik zelf trompetles kreeg op de muziekschool – dat bijna professioneel speelt, en scènes die tot in het kleinste detail – zoals de verhouding tussen katholieken en protestanten of de komst van Aziatische gastarbeiders – de geschiedenis van Eindhoven laten zien. Een stad die veel te laat in de gaten kreeg dat het met het vertrek van Philips naar Amsterdam, een spookstad dreigde te worden.

Natuurlijk kun je deze amateurproductie niet vergelijken met een gelikte Joop van den Ende-musical. Bij Joop is elke stap ingestudeerd, elke beweging, elke gezichtsuitdrukking ligt vast in het script. Als je een tweede keer dezelfde musical bezoekt, lijkt het één lange flash-back. Alsof je naar een DVD kijkt. Als Joop zegt dat de voorstelling vóór de pauze één uur, acht minuten en tweeënvijftig seconden duurt, dan duurt deze ook één uur, acht minuten en tweeënvijftig seconden en geen één uur, acht minuten en eenenvijftig seconden of één uur, acht minuten en drieënvijftig seconden. Bij Joop zie je dan ook geen schaduwen over het toneel sluipen.

Die zie je in het Parktheater wel. Vooral bij deelnemers die voor het eerst op het podium staan. Wie goed oplet, moet het opvallen dat deze schaduwen soms vergeten dezelfde bewegingen te maken als de acteur of actrice aan wie ze toebehoren. Een klein meisje verliest tijdens het touwtjespringen haar blauwe kapje. Herhaaldelijk probeert ze het weer op haar hoofd te zetten, maar door al het gehuppel lukt het haar niet. Dan zie je haar schaduw zich van het podium hijsen en over haar jurkje naar boven glijden.
‘Het geeft niet, hoort gewoon bij je rol. Vouw het doekje op of hang het rond je nek. Dan kan er niets fout gaan.’
Het meisje glimlacht even; ze heeft de stem herkend.

    ‘Die broek heeft je moeder zeker voor je gekocht? En nu moet je het prijskaartje eraan laten hangen zodat ze hem maandag weer terug kan brengen naar de winkel. Nou, ik laat je hier niet voor gek staan dansen. Dat kaartje knip ik eraf. Zeg maar tegen je moeder dat je iets dat om je lijf heeft gezeten, niet meer kan ruilen. Dan weet ze wel wat ik bedoel.’
Het zijn beschermengelen die zich een moment uit de schaduw losmaken om hun goede werk te kunnen verrichten.

UFO of wolk?

Ik ga hier niet het hele verhaal in details beschrijven. Eén actrice wil ik toch even noemen. De aanvoerster van een groep hippies. Ze beent stampend over het toneel, staat stil, ziet iets in de hemel, wijst en roept met vertraging: ‘WOW’. De hele groep volgt: ‘WOW.’ Een jointje maakt de geestelijke verrijking compleet. Misschien klinkt daardoor haar stem bij inzet wat rauw. Maar als ze even uithaalt, breekt de ijslaag op haar stembanden en sneeuwen de noten als kristallen uit haar mond. Ze klinkt een beetje als Bette Midler. Ook een beetje als Bonnie Tyler en dat is voorlopig stemgeweld genoeg. Er zweven twee schaduwen langs haar lichaam, maar die grijpen nergens in. Het zijn eerder bewonderaars dan beschermengelen. Trouwe fans die laten weten dat ze er zijn en er altijd zullen zijn.

Ik denk dat ze in het dagelijks leven precies zo is. Niet zozeer die joint en misschien roept ze er geen wow bij, maar ze ziet het wel. Twee spelende kittens in schapenwolkjes of grijpende armen in een onweerslucht. Ik zie het vaak vanuit de cabine van mijn trein, daarom heb ik altijd een fototoestel bij me. Misschien dat ik daardoor weleens een minuutje te laat ben, maar dat is voor iemand met een beetje fantasie toch helemaal niet erg? Ik ben benieuwd hoe Misérables het volgend jaar wordt, eerst wachten op de DVD van Philips.

Alle musicalsterren van het CKE bedankt voor een geweldige musical en succes met jullie Kunde, ofwel: Kunst!

Phiips Sport

Van YouTube:

Sigaar

Ik loop de stationshal uit en blijf even in de schaduw staan om moed te verzamelen alvorens de hitte te betreden. De man komt tevoorschijn uit de voor mij onzichtbare ruimte achter het standbeeld van Anton Philips. Hij loopt een tikje kromgebogen, maar ziet er verder vitaal uit. De zeventig is hij zeker gepasseerd, de vijfenzeventig waarschijnlijk. Hij bewondert de wereld om hem heen echter als een tienjarige. Zou hij een wens hebben ingediend voor de spoorwensdagen? Een keer fluiten als conducteur of heel misschien zelfs een kijkje in de cabine nemen bij de machinist?

Anton Philips

Het lijkt me onwaarschijnlijk, maar een soort jeugdigheid straalt hij wel uit. Bij het bankje waarop een bekende dakloze zwijgend zit te tekenen, blijft hij even staan. Hij kijkt naar het papier, dan naar het voorwerp dat vereeuwigd wordt en weer terug naar het papier, dat door het heen en weer bewegen van een stukje houtskool steeds minder wit vertoont. Hij knikt als teken dat het zijn instemming kan verdragen en wil verder lopen.

Een strak gespannen lijn houdt hem tegen. Hij laat de riem wat vieren en wacht geduldig tot zijn hond de tekening ook bekeken heeft. Het beestje is in hondenjaren waarschijnlijk net zo bejaard als zijn baasje, want ze kennen elkaars gebaren door en door. Het vuilnisbakje kijkt overdreven van papier naar spoorbrug en terug, blaft een keer geluidloos en springt van het bankje af. Als onafscheidelijke kompanen trekken ze verder richting station. Het is onmogelijk te bepalen wie het eerst links kijkt en wie het eerst rechts. Als de man en zijn maat tegelijk een wegvluchtende wilde kat spotten, kijken ze elkaar even aan.

Op enkele tientallen meters van de schuifdeuren, trekt een klein groepje jongeren hun beider aandacht. Gefascineerd kijken ze naar de vingervlugge bewegingen van de jeugd op virtuele toetsenborden van hun smartphones en iPads. Als een jongeman het tweetal in de gaten kijkt, wenden beiden snel hun hoofd af en lopen verder. Man noch hond zijn echter gemakkelijk van hun stuk te brengen.

Hij haalt een metalen doosje uit het borstzakje van zijn blouse en begint er driftig op te tikken. Terwijl de hond met zijn kop schudt alsof hij wil zeggen: zie je wat die ouwe allemaal nog kan, kijkt de jeugd een beetje overbluft toe. Is dat nou een telefoon of de nieuwste tablet? Mooi ding in ieder geval. De jongeren zwaaien hem met hun mobieltjes toe, de man doet hetzelfde met zijn doosje. De hond maakt een klein sprongetje, maar houdt zijn baasje nauwlettend in de gaten. Telkens als dat blik tevoorschijn gehaald wordt, bestaat de kans dat er iets mis gaat.

Het is een oud bewaarblik voor kleine sigaartjes. Op de deksel zijn in prachtige Gotische letters zijn initialen aangebracht. Daaronder, in veel kleiner formaat, die van de schenker van het cadeau. De laatste letter van de gever komt overeen met de laatste letter van degene aan wie het geschonken is. Hoewel de man al jaren niet meer rookt, draagt hij het blik dag en nacht bij zich. Tot tegenzin van zijn vrouw die het ding het liefst bij het oud ijzer zag. Hij heeft haar nooit verteld dat hij een foto onder in het blik heeft geplakt. Een foto die hij niet kan bekijken zonder tranen in zijn ogen te krijgen en de radeloosheid kans te geven hem de controle over zijn benen te ontnemen.

Heel soms, als hij de herinneringen echt niet meer verdragen en het veel te hete dekbed hem verstikt, sluipt hij weleens stiekem naar zijn werkplaats. Aan de wand in het schuurtje hangt een kastje vol spijkers en schroeven. Het laatje waarop tien millimeter staalnagels staat geschreven, bevat zijn geheime voorraad sigaartjes. Meestal heeft hij er twee nodig om te kalmeren. De hond laat uit eerbied zijn kop een beetje hangen, maar staat klaar om bij het geringste teken van fysieke instabiliteit van zijn baas, direct één, één, twee te blaffen. Met vochtigrode ogen van de vrijgekomen emotie kruipen beiden tegen het ochtendgloren terug in bed. Goddank is zijn vrouw een zware slaper en is de hond een overtuigend toneelspeler.

Een beetje bedrukt bereikt het tweetal de schuifdeuren naar de stationshal. Daar worden ze opgewacht door een stevige vrouw, leunend op een rollator.
‘Ik sta hier al vijf minuten te wachten, waar blijf je nou. Zeker weer naar die kleintjes staan kijken. Ik moet ook altijd op je letten. Schiet maar op dat we niet te laat komen.’
Haar stem krast. De man mompelt iets onverstaanbaars terug. De hond zorgt er goed voor altijd iets of iemand tussen hem en het vrouwtje in te hebben als bescherming.

Ik kijk ze even na en zie de man dan zijn portemonnee trekken om treinkaartjes te kopen. Denk goed na, dit zijn de spoorwensdagen, slis ik tussen mijn tanden door naar man en hond. Je vrouw heeft nog niet in de gaten dat er op dit station geen liften beschikbaar zijn, waar wacht je nog op? De hond draait zich naar mij om en kijkt me indringend aan. Ik draai me om en loop naar de auto.