De brief aan de Koning

Gerespecteerde Koning,

In deze brief staat hoe het was, hoe het werd, hoe het geworden is en hoe het de volgende decennia zal blijven. Extra woorden zijn overbodig, schoon worden ze toch niet. Dat is alles wat er te zeggen valt, behalve dat mijn dagen als bestuurder geteld zijn.

 

Glijdende IJzers

In een land hier ver vandaan, behandelt men de Koning nog met respect. Respect dat hij beslist niet met harde hand hoeft af te dwingen. De mensen zijn er gelukkig en punctuele bestuurders glijden de ijzers. Natuurlijk, zoals overal wordt er een enkele keer een wissel gemist, maar een Svennetje maken we allemaal op z’n tijd.

Tevredenheid is zo vanzelfsprekend, dat niemand in de gaten heeft dat er iets broeit tussen de ijzers. En als bestuurders eindelijk alarm slaan, is het te laat. Om alle belangrijke knooppunten hebben zich draaiers gewonden. Zij grijpen de macht over de ijzers en laten bestuurders bewust grote omwegen glijden; langs haltes waar ontevredenheid woekert.

Dit onkruid verspreidt zich als een sprinter over het land. Links en rechts worden woorden gewisseld, spoorbomen werpen blokkades op. Tevredenheid komt het huis niet meer uit. De woede van het volk graaft een kanaal, dat onbegrip loost over de bestuurder. Niemand besteedt aandacht aan de draaiers. Een draaier windt immers vast goed.

Dan pikt een bestuurder het afrangeren niet langer. Met haringen in een tonnetje stopt hij voor een draaier en brult: ‘Je kunt kiezen of delen: buigen of barsten.’
Ik denk niet dat iemand ooit een draaier heeft zien buigen, ik in elk geval niet, maar barsten kunnen ze! De een na de ander draait door, hele stukken ijzers onverwarmd in de winterkou achter latend. De overwinning wordt door volk en bestuurders uitbundig gevierd.

Maar de roes duurt niet lang. Door de strijd tussen volk en bestuurders, zijn staatslieden dolgedraaid. Overal liggen vierkante wielen van verslagen draaiers. Bestuurders kunnen de ijzers nog maar mondjesmaat glijden en niemand wil de kapotte draaiers ruimen. Ontevredenheid richt de minister aan, er dreigt een opstand.

Dat is het sein voor de Spoorwijzer om uit de schaduw te treden en zijn stem ver tot het volk te heffen: ‘Geef mij uw ijzers en ik laat ze weer glijden. Laat mij uw bestuurders en ontevredenheid smelt als wissels met verwarming. Tevredenheid zal voor altijd ijsvrij zijn.’

Aldus geschiedt. Om gevaarlijke barsten te ontwijken moeten ijzers soms een flink stuk verder glijden dan voorheen. Bestuurders pruttelen even geruisloos tegen, houden dan wijselijk hun mond. Zwijgen is zijn gewicht in koper, zwijgen is goud. In plaats van draaiers te ruimen, probeert de Spoorwijzer de minister over te halen tot een casino risk met hogesnelheids-ijzers. De oren wachten op de klap.

Zo gaat dat, in een land hier ver vandaan, waar men de Koning nog met respect behandelt. Respect dat hij nooit met harde hand af zou dwingen, ook al jeuken ze wel en begrijpt hij niets meer van zijn volk!

Want is er hier iemand, die kan uitleggen, hoe het komt dat nog niemand, helemaal niemand op het idee gekomen is de Koning – die toch bekend staat als een zeer degelijk bestuurder en bovendien met een aanstekelijk plezier de ijzers glijdt – te raadplegen?

Geert König

 

P.S. Dat deze brief geschreven is door een NS-machinist, berust op louter toeval. Ook toevallig dat deze berusting op persoonlijke titel geschreven is. Mijn persoonlijke titel is: De brief aan de Koning. Ook weer iets waarover is nagedacht, stel draaiers.