What’s the frequency, Roger?

RFID

RFID

Meneer Buma en mevrouw Stemra kunnen in hun handen wrijven. Ongewild en ongevraagd is iedereen tegenwoordig een radiozender. Het is alleen nog een kwestie van innen en het CDA staat weer stevig aan het roer. De koers van het radicale midden. Hoe die muziek dan ook moge klinken.

Nu maakt een radiozender nog geen DJ. Er zijn mensen die elke dag op dezelfde tijd met dezelfde frequentie dezelfde bus naar hetzelfde station nemen, met dezelfde frequentie hetzelfde poortje openen om op dezelfde frequentie dezelfde trein naar hetzelfde werk te nemen. Er zijn er ook die de ene dag hoog frequent hip hoppend naar strand of feesttent afreizen om de dag erna Mahleriaans laag golvend met bonkende hamerslagen in het hoofd naar huis terug te keren.

En dan heb je ook nog mensen zoals ik. Van nature zend ik al op diverse frequenties, met al die opgedrongen RFID’s die daar nog bij komen voel ik me soms Lopik op het punt van instorten. Blauw bliksemend en knetterend als een statisch geladen kat. Radio Frequency Identification chips zijn inmiddels zo goedkoop dat ze overal opgeplakt, ingegoten, ingebonden of ingenaaid zijn. Je vindt ze verstopt in boeken, blikken soep, kaas op de hamburgers, honden, katten, goudvissen, guppy’s, brugklassers, de Theaterkerk in Wadway, chipkaarten, ouden van dagen, montuurloze brillen, ‘s ma’s blauw, ’s pa’s rood, ingeslapen bultruggen, gerepatrieerde pinguïns, je kunt het zo gek niet bedenken. C&A was de eerste winkel die ze als controlemiddel in de kleding stopte, zodat je tegen de tijd dat je kleding vervangen moest worden – volgens de familie B. althans – automatisch bij binnenkomst in de zaak het alarm activeerde. Een groot succes, want wie kijkt er niet als alle bellen gaan rinkelen bij een jonge vrouw die vervolgens door de verzuurde, half over haar halve bril kijkende winkeldame op leeftijd midden in de zaak wordt uitgekleed omdat een vieze ouwe chip in haar slipje na lange tijd weer eens opgewonden raakt.

RFID Slaven

RFID Slaven

Nu weet iedereen, behalve de chipproducent, dat je nooit twee diskjockeys met ego in één programma moet plaatsen. Drie is onmogelijk, vier volslagen belachelijk. Ik heb een stuk op tien pasjes met zendgemachtigden in mijn portemonnee. Dat is dus vragen om moeilijkheden. Zolang die portemonnee gesloten is, valt het lawaai mee. Waarschijnlijk vanwege zuurstofgebrek. Maar als ik er één pasje uit wil halen, dan gaat de volumeknop op orkaankracht. Ik denk een erfenis van mijn vader, die toen Postbode der PTT nog een gerespecteerd beroep was, op het Versterkerstation der PTT Telefonie werkte. Een sterk verhaal, maar in de jaren zeventig werd alles versterkt.

Op sterven na dood doet Het Brabants Orkest op mijn vriendenpas een laatste poging in Den Haag gehoord te worden. Het Willem Breuker Kollektief  blaast, inclusief Willems Sax die vandaag op persoonlijke titel aanwezig is, het dak van mijn Vrienden van het Parktheater-pas. Op het Woensels Winkelcentrum slaat het complete parkeersysteem op tilt als voorbijrazende treinen – dit speelt uiteraard jaren geleden – van mijn OV-chipkaart – O nee, toch niet – in botsing komen met Van Gansewinkels vuilniswagens van mijn stadspas, mijn NS-pas weigert mij toegang tot het spoor omdat hij verplicht wordt zijn identiteit prijs te geven terwijl een anonieme chipkaart lachend en bovendien zwart meeliftend moeiteloos de poorten open gooit. Met mijn autosleutel ontgrendel ik tot verbazing van de aanwezige monteurs en verkopers, de auto’s van hun halve garage terwijl ik de deur van mijn eigen bolide voor ik in kan stappen met een breekijzer moet forceren, en het lichtsysteem dat ik met zo veel moeite thuis heb aangelegd reageert op alle radiofrequenties behalve op die van de meegeleverde afstandsbediening. Goed, dat leidt tot mooie maar ook volstrekt onvoorspelbare led-, laser- en lichtshows, vooral op tijden dat de hele wereld slaapt. Mijn stereo-installatie laat ik uit voorzorg de nacht zonder contact doorbrengen. Ik lig niet op burenruzies te wachten als ik slaap.

Lopik bij Arnhem

Lopik bij Arnhem

Toch mis ik die stereo nog het meest. Ik herinner me de tijd dat er altijd een LP op de pick-up lag. Noch draaitafel, noch versterker had ooit van RFID gehoord, toch sprong de installatie af en toe spontaan aan. Als ik met mijn technische experimenten weer eens een stop uit de meterkast had laten springen, raakte de platenspeler zo over zijn toeren dat het uren kon duren voordat de LP weer een naald in zijn groeven kon verdragen. Velen onder ons zullen in nostalgie verdrinken als ze denken aan het minieme klikgeluid waarmee de automatische arm omhoog kwam. Een geluid zo zacht, dat ik er altijd wakker van werd. Een seconde stilte en dan een sierlijke zwaai van de arm in de richting van het vinyl. Na de laatste klik wist je zeker dat de naald uiterst behoedzaam boven de eerste groef werd neergelaten.

Ik had in die tijd een oude pick-up die verbonden was met een versterker die mijn vader zelf had gebouwd van, zeg maar, overgebleven onderdelen op zijn werk. Het was een versterker van hetzelfde type als waarmee toentertijd voetbalwedstrijden werden verslagen. Door Theo Koomen, ook een zender an sich. Het nadeel van het ding was dat het automatisch een keur aan zenders van de Korte Golf oppikte die halsstarrig aan de gekozen geluidsgolven bleven kleven. Liet je Freddy op z’n allerhardst de Death on two legs bejubelen, dan nog wist de paus in Rome hem schreeuwend te bedanken voor de BLOE-HOE-MEN. Waarna een commentaar van Brezjnev volgde of G.B.J. Hiltermann, die twee haal ik nog steeds door elkaar.

versterkerstation

Achter de locs het oude PTT Telefonie Versterkerstation Eindhoven met zendmast

Omdat de versterker zich niet aan de informatie op de LP hield, vond de pick-up het ook niet nodig al te nauw naar de eerste groef te kijken. Deze werd dus vaker gemist dan precies getroffen. Het kan ook de grijsgedraaide toestand van mijn platencollectie geweest zijn die de naald direct naar het radicale midden liet verhuizen. Hoe dan ook, zelfs de maan sprong een gat in de lucht toen vanuit mijn slaapkamer de profetische teksten van Roger Taylor over de wijk schalden. De Queen-drummer had kort na de geboorte van zijn zoontje nooit kunnen vermoeden wat hij heeft aangericht. Maar als ik in de chaos van over RFID beschikkende chipkaarten mijn pinpas gebruik om stationspoortjes te openen, met een oude jas van C&A het brandalarm in de Schipholtunnel activeer, achtervolgd door brandweerwagens, politieauto’s en traumahelikopters – die op hun beurt met hun 2000 eigen frequenties het loos alarm tot een nationale ramp op weten te schalen – nietsvermoedend de inmiddels rokende tunnel verlaat op weg naar het idyllische Hoofddorp, hoef ik maar één rangeerder of schoonmaker op het opstelterrein in zijn handen te horen klappen om al mijn interne frequenties, al dan niet gechipt, naar het hoogste niveau te jagen en luidkeels met de niet aanwezige radio mee te brullen: ‘All we hear is Radio Ga Ga, Radio Goo Goo, Radio Blah Blah.’

 

What’s the frequency, Roger?
Over…
En uitchecken.

 

You had your time, you had the power,

You’ve yet to have, your finest hour.

Radio – radio.

Radio what’s new?

RFID still loves you…

 

En ik ook!

 

Mercury, edelmetaal...

Mercury, edelmetaal…

.

.